De heer Schreiner zegt dat agendapunt 9. door het C.D.A. werd weggepoetst waarbij
in de ogen van zijn fractie wel aanwijsbare fouten waren. Nu moet alles achteraf nog
eens opgerakeld worden. Hij vraagt of het klopt dat er na het uitbrengen van het TNO-
rapport werkzaamheden zijn uitgevoerd aan de spanten en dat er daarna pas opdracht
is verstrekt om deze spanten te repareren. In hoeverre is het verder mogelijk om advies
bureau Van de Laar aansprakelijk te stellen? Hij merkt nog op dat inderdaad achteraf
praten gemakkelijk is.
Volgens de heer van der Hilst klinken de woorden van de wethouder wel aannemelijk.
Er zijn geen fouten gemaakt; het is een samenloop van omstandigheden. Maar als men
goed luistert zitten er nogal wat hiaten in het verhaal. De wethouder heeft gezegd
dat het college aan TNO alleen heeft gevraagd om een globaal advies uit te brengen.
TNO heeft alleen maar de verticale gedeelten bekeken, dus niet de horizontale gedeelten
waarop die verzwaring kwam. TNO heeft maar een paar spanten globaal bekeken. Als
hij het goed heeft begrepen, heeft TNO dit vermenigvuldigd en gezegd dat het dan
wel om zoveel scheuren zal gaan. Dat is wel een erg globaal verhaal over het TNO,
dat op die manier een rapport maakt over de gesteldheid van spanten in de sporthal.
Hoe moet hij dat plaatsen? Aan het einde van het verhaal zegt de wethouder dat TNO
na de oplevering een nieuw rapport heeft gemaakt waaruit blijkt dat alles in orde is.
Is dit rapport weer op een globale oppervlakkige manier gemaakt of is het nu wel grondig
bekeken zoals dat naar zijn mening ook de eerste keer had moeten geschieden? De
wethouder zegt dat het ook moeilijk was om een prijs te bepalen. Op advies van het
TNO kreeg men een adres van ver weg. De wethouder praat daar vlug overheen en
gaat door met het verhaal. Maar dat adres is dus niet gebeld. Als hij het goed heeft
begrepen is er daadwerkelijk door TNO een adres gegeven voor een bedrijf dat een
vaste prijs had kunnen geven, maar dat is maar niet gebeld want dat was te ver weg.
Wat betreft het procederen zegt de wethouder dat de gemeente zeer kansrijk was.
Renofors is begonnen met het proces. De advocaat van de gemeente zei in eerste instan
tie dat de gemeente niet geheel kansloos moest worden geacht. Hij kan daar niet uit
lezen dat de gemeente ook met een gerust hart kan gaan procederen en dat er 80%
a 90% kans bestaat dat de gemeente dit proces zou kunnen winnen. Sterker nog, de
advocaat heeft geadviseerd om f. 15.000,— aan te bieden. Dat heeft de advocaat dan
ook gedaan in de wetenschap dat de kansen helemaal niet zo groot waren. Hij heeft
ook nog gevraagd of zoiets nog kon gebeuren. Als hij de wethouder moet geloven, zijn
er nu geen fouten gemaakt. Als dat het geval is dan kan zoiets weer gebeuren, maar
dat is dan een samenloop van omstandigheden. Er zijn geen fouten gemaakt door de
gemeente, dus het is toeval. Dit kan dus op ieder moment weer gebeuren als het toeval
weer toeslaat.
De voorzitter wil, voordat hij het woord geeft aan de portefeuillehouder, eerst nog
toezeggen dat in het college en daarna in de commissie algemene zaken c.a. besproken
zal worden hoe zulke zaken in de toekomst kunnen worden voorkomen en dat het dele
gatiebesluit zal worden bekeken en of dat dit besluit een evaluatie behoeft of niet.
Wethouder Dirven zegt dat het delegatiebesluit dateert van 1947. In de commissievergade
ringen is regelmatig mededeling gedaan over de stand van zaken. Het is niet zijn bedoe
ling geweest om de heer Lotstra met zijn woorden te imponeren, want iedereen is een
beetje gefrustreerd omdat men ervan overtuigd is, dat er zeer zorgvuldig gehandeld
is in den beginne bij de opdrachtverstrekking omdat daarvoor een vaste prijs was ge
geven. Naderhand wordt men geconfronteerd met onvoorspelbare zaken en daar heeft hij
dan problemen mee. Hij probeert namens het college de raad duidelijk te maken dat
het geen zaak is geweest van kansen missen en dat in het college meerdere malen zeer
diepgaand over gesproken is. Naderhand lijkt alles heel gemakkelijk en is het, zoals
de heer Schreiner zegt, achteraf gemakkelijk praten. Het TNO-rapport is geen globaal
rapport en voor wat betreft die balken zeer zorgvuldig bekeken. Alle fouten zijn per
millimeter nauwkeurig aangegeven en de stukken zijn onderzocht. Het TNO heeft niet
van onderaf van de basis tot aan de nok en van de andere kant weer naar beneden die
balken onderzocht. Het TNO heeft steeksproefsgewijze gewerkt. Dat is ook de tweede
keer zo gebeurd. Dat wil niet zeggen dat het niet goed geweest is. Door het opkrikken
van de spanten door de constructeur kunnen er misschien wel scheuren bij gekomen zijn.
De spanten van de sporthal zitten bovenin koud tegen elkaar. Dat betekent dat ze dus
niet gelast zijn. Er zit ook beweging in de hal. Bij windkracht 10 a 12 heeft zo'n hal
veel te lijden. Daarom is zo'n hal ook flexibel. De hal was een beetje doorgezakt in
het midden en daarom vijf centimeter omhoog gebracht. De constructeur heeft ze met
-16-