-17- twee lange palen opgekrikt en die spanten tot boven dat punt gebracht. Toen zijn er ijzeren strippen tegenaan gemaakt en heeft men die spanten weer laten zakken. Er is door de eigen dienst gemeten hoe hoog de sporthal was voor dat gebeuren en daarna. De sporthal is exact even hoog gebleven. Dat betekent dat de sporthal wel vijf a tien centimeter op en neer gegaan is. Of er nu scheuren zijn bijgekomen weet spreker niet. De vraag of zoiets in de toekomst nog kan voorkomen is niet te beantwoorden omdat voorspellen altijd moeilijk is. Men zit echter goed als alle voorzorgsmaatregelen zo goed mogelijk genomen worden en er deskundigen geraadpleegd worden. De besprekingen met de ondernemers zijn niet door het college gevoerd maar door de deskundigen. Dit bureau zal het zo goed mogelijk doen, maar ook dat bureau bezit geen alleskennis. In de voorwaarden van dit contract staat dat het terug te betalen bedrag, dus de schade- eis, nooit hoger kan zijn dan het commissieloon of de courtage. Dat bedrag is f. 3.000,— en de rest zijn onkosten. Dat betekent dat men een proces kan aangaan voor f. 3.000,— en dat nooit het bedrag geëist kan worden dat in de kwestie onderhavig is. Dan zou men weer moeten bewijzen dat het bureau niet voldoende voorlichting heeft gegeven en dat is niet het geval. Het is en blijft een ongrijpbare materie. Het college vindt het dus erg prettig dat er een bureau gevonden was dat voor een vaste prijs dit werk kon aanpassen. De heer Lotstra komt terug op de brief van de raadsman van 24 december 1985 waarin staat dat de positie van de gemeente niet geheel kansloos is, maar erg positief is hij ook niet. De raadsman geeft ook de zwakke punten aan en naar de mening van de advo caat kleven er aan de houding van de gemeente nogal wat haken en ogen. Hij taxeert de positie niet ongunstig omdat men nooit kan voorspellen en er altijd een procesrisico aan verbonden is. Niettemin adviseert hij met klem om de zaak te schikken en f. 15.000,- te betalen. Is er nu in het college gesproken over een schikking van f. 15.000,— of niet? Waarom is men maar met f. 7.500,— begonnen? Waarom is dat bedrag nooit verhoogd? Wethouder Dirven zegt dat in het advies niet staat dat dit met klem wordt geadviseerd. Hij citeert: Mijns inziens verdient het overweging om te streven naar het bereiken van een schikking waarbij de wederpartij tegen finale kwijting een betaling zou kunnen worden aangeboden voor een bedrag van bijvoorbeeld f. 15.000,—." Dat zijn drie slagen om de arm. Alle brieven worden in het college behandeld en ieder kent deze brief dan ook. In het college is toen afgesproken om te beginnen met f. 7.500,— en dan te bezien hoe het verder afloopt. Bij de tegenpartij zat dat muurvast. De heer Lotstra kan nu wel zeggen dat het voor f. 20.000,— wel tot een schikking had kunnen komen, maar hij had toch weieens willen zien hoe dat de raad dit zou hebben behandeld. Nu weet men de uitspraak van de rechter dat er betaald moet worden, maar dat is iets anders dan dat men dat niet weet en verondersteld wordt dat men moet gaan betalen. Zodanig is ook de discussie binnen het college geweest. Bij interruptie zegt de heer Lotstra dat het altijd achteraf praten is geweest omdat de raad er nooit bij betrokken is geweest. De raad wordt nu voor een voldongen feit gesteld, maar het gaat om de procedure daaraan voorafgaande. Hij vindt nog steeds dat men, wanneer het gaat om een hoofdsom van f. 29.000,— en de advocaat f. 15.000,— adviseert, begint met f. 7.500,—. Volgens wethouder Dirven heeft de advocaat geadviseerd f- 15.000,— tegen finale kwij ting. Dat betekent dat de advocaat inschat dat het voor f. 15.000,— rond zou kunnen komen en daarom is er begonnen met een bedrag ad f. 7.500,—. Bij de tegenpartij kwam helemaal niets los. Als de tegenpartij nu had gezegd f. 20.000,—, dan had het college een tegenbod kunnen doen van bijvoorbeeld f. 12.500,— of f. 15.000,—. Maar dat is niet gebeurd. Er is geen enkele opening geweest. De advocaat en het college waren in de veronderstelling dat de definitieve uitspraak tegen de verwachting in van de advo caat was. De advocaat had verwacht dat er na bespreking van het deskundigenrapport wederom een voorlopige uitspraak zou komen. Daarover had het college met elkaar al gesproken. Wanneer die voorlopige uitspraak er was gekomen dan had men kunnen weten hoe sterk de gemeente stond en zou er eventueel met een hoger bod gekomen kunnen worden. Maar er is geen bedrag genoemd. De heer van Geel zegt dat er nu gesproken wordt over informeren en bekijken achteraf. Er is in de commissie welzijn c.a. regelmatig over deze zaak gesproken naar aanleiding van de notulen van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders en vragen daarover van zijn fractiegenoten. De gang van zaken werd daarbij nooit anders voorgesteld dan zoals die nu wordt voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 20