- 7 -
De heer Oomen zegt dat zijn fractie, in tegenstelling tot de fractie van de
P.v.d.A., sterk voorstander is van toename van het eigen woningbezit. Hij
begrijpt de heer van der Hilst niet. De heer van der Hilst doet het nu voor
komen alsof op dit moment, nu de gemeente ontheffing heeft gevraagd, de
regelgeving, de fractie van de P.v.d.A. tegen is. Hij kan zich nog herin
neren dat, toen er geen ontheffing was gevraagd, de P.v.d.A. ook tegen was.
Wat dat betreft ziet hij geen verschil.
Bij interruptie zegt de heer van der Hilst dat zijn fractie nu dubbel tegen
is. Als die woningen dan toch verkocht worden, dan moet dit gebeuren volgens
de regels, dus wanneer die mensen er vijf jaar in wonen.
De heer Oomen zegt dat in deze woningen meestal de mensen wonen met de wat
lagere inkomens en die dus op de vrije markt meestal niet de kans hebben om
een woning te kopen. Vanuit die optiek is zijn fractie voorstander van het
eigen woningbezit.
De heer van Geel zegt dat uit de woorden van de heer van der Hilst zou kun
nen worden opgemaakt dat de gemeente Prinsenbeek haar eigen woningbezit ver
kwanselt en dat de woningen maar verkocht worden aan iedereen die er om
vraagt. Het tegendeel is waar. Er wordt wel degelijk volgens bepaalde regels
gehandeld. Die woningen gaan niet voor de Prinsenbeekse bevolking verloren
omdat degene die er nu in woont, er in blijft wonen. Het feitelijke woning
bestand verandert iets maar aan het feitelijk woninggebruik verandert
niets. Het bevorderen van het eigen woningbezit is een goede zaak zolang het
kan en voor een redelijke prijs. Er moet maar eens over gediscussieerd
worden of de 60% norm die thans gehanteerd wordt, ook moet blijven gelden.
Zijn fractie wil graag dat dit op korte termijn geschied. Deze wens heeft de
fractie van het C.D.A. in een vorige vergadering ook al uitgesproken.
Wethouder Houtepen zegt dat de heer van der Hilst heeft gezegd dat de
gedupeerde die mensen zijn die op de lijst staan voor een woningwetwoning.
Hij snapt het verband niet. De mensen die een woningwetwoning kopen gaan
niet uit die woning.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform de voorstellen van burgemeester en
wethouders besloten. De fractie van de
P.v.d.A. wordt geacht te hebben tegengestemd.
10. Voorstel tot aankoop van enige perceelsgedeelten aan de Groenstraat met
de panden Groenstraat 8 en 10.
De heer Oomen zegt dat dit voorstel zijn fractie nogal wat tijd en hoofd
brekens heeft gekost. Geconstateerd wordt dat er een verkeerd beleid wordt
gevolgd qua volgorde. Er moet eerst beleid gemaakt worden. Hij bedoelt daar
mee dat er onderzoek gedaan moet worden naar de behoefte uitgedrukt in deel
nemersaantallen en in vierkante meters vloeroppervlak. Er moet een onderzoek
plaatsvinden naar de behoefte op dit moment en voor de toekomst. Wanneer er
een multi-functioneel welzijnsgebouw wordt gesitueerd, dan is dat een gebouw
voor de toekomst. Enige jaren vooruit kijken qua behoefte is zeer wense
lijk. Daarom is zijn fractie zeer ongelukkig met dit voorstel. De wethouder
die belast is met de aankoop van gronden loopt te hard van stapel. Dat is
geen kritiek, want de wethouder doet op dit moment in grote voortvarendheid
zijn werk, maar dat moet wel synchroon lopen met het werk van het andere lid
van het college. Anders kan de raad op dit moment het beleid niet meer vol
gen en kan de consequenties hiervan niet overzien. Daardoor kunnen ook de
financiële consequenties van dit voorstel niet aanvaard worden. Zolang de
raad niet weet wat de behoefte in vierkante meters is, dan zou het kunnen
zijn dat deze panden hiervoor niet nodig zijn. Dat is heel reëel. Men kan
dit voorstel ook van een andere kant bekijken. Het gaat om grond in het
centrum van de gemeente en de grond van de buurman komt maar één keer te