Daarnaast wil spreker nog wijzen op het door zijn fractie gedane voorstel in de
commissie algemene zaken c.a. om het gemeentelijk woningbedrijf te doen vertegen
woordigen door één vertegenwoordiger namens het college van burgemeester en
wethouders en door één raadslid.
De voorkeur voor het af te vaardigen raadslid zal mede afhankelijk zijn van de
vertegenwoordiging namens het college. Eventueel wil hij daar in tweede termijn
op terugkomen nadat het misschien juist is gebleken om na de eerste termijn
de vergadering even te schorsen.
De heer van Geel zegt dat er vaker is gepraat over het samenvoegen van de woning
corporaties zoals onder andere in de commissie algemene zaken c.a. in de afge
lopen weken. Zijn fractie heeft de indruk dat door de raad unaniem wordt geoor
deeld over de noodzaak van samenvoeging. Dat zal geen simpele zaak zijn. De
heer Verpaalen heeft de drie belangrijkste problemen al aangestipt. Zijn fractie
is blij met het initiatief van de burgemeester dat heeft geleid tot het thans voor
liggende raadsvoorstel. Zijn fractie deelt de mening van de P.v.d.A. ten aanzien
van de afvaardiging.
De heer Oomen zegt dat zich tot nu toe drie instanties bezig hielden met de
woningbouw. Deze raad heeft herhaaldelijk aangedrongen om te komen tot een
intensievere samenwerking. Daarbij stond iedereen voor ogen te bereiken dat
de situatie een heldere structuur zou krijgen. De huidige situatie verdient verbete
ring.
In 1986 is de kleine stichting in het leven geroepen met een tweeledig doel:
a. administratie en technische know-how onderbrengen onder één dak;
b. op langere termijn onderzoek doen naar een intensievere samenwerking, zonodig
uitmondend in een volledige integratie van de drie corporaties.
Er is ondertussen een onderzoek gepleegd en er worden aanbevelingen gedaan.
Spreker deelt de mening van collega's Verpaalen en van Geel dat er een zware
taak is weggelegd voor het interim-bestuur. Dit bestuur zal toch een aantal zaken
op de rails moeten zetten zodanig dat er financiële duidelijkheid moet komen,
want op dat punt spreken zich de twee onderzoekers elkaar tegen.
Een draagvlak van ruim 500 woningen blijft klein hoe men het ook bekijkt. Ook
een daarop geënte personeelsbezetting van maximaal drie personen is klein. Er
kunnen situaties ontstaan waardoor de dienstverlening in de knel komt.
Het bestuur zal een kwaliteitsbestuur moeten zijn, waarin aanwezig zullen moeten
zijn een juridisch deskundige, een financieel deskundige en iemand die bouwtech
nische kwaliteiten in zich heeft. Gelet ook op het feit dat er vanuit zo'n kleine
organisatie meer dan een evenredig beroep op het bestuur zou kunnen worden
gedaan.
In de nota wordt gevraagd de standpunten over te nemen. Hij wil nu even wijzen
op een brief d.d. 19 januari 1989 van de kleine stichting gericht aan de leden
van de gemeenteraad waarin staat dat het gemeentelijk woningbedrijf de wens
uitspreekt om te komen tot een nieuwe toegelaten instelling. In de brief van de
woningstichting die daarop volgt worden de voorwaarden als niet acceptabel ver
woord. Later komt daar deze brief op en wordt het voorstel niet- meer met name
genoemd. Daarin wordt wel gezegd dat het niet vormen van een ambtelijke werk
groep wordt gecompenseerd. Over het eerste wordt niet meer gesproken. Als
de raad nu 'ja' zegt tegen de voorwaarden uit het rapport dan wil spreker daar
impliciet bij aangeven dat de C.D.A.-fractie bedoelt 'ja' te zeggen tegen het
onderzoek naar een stichting, zodanig dat de Woningstichting Prinsenbeek als
fusiedrager zou kunnen fungeren. Het tweede amendement is genoemd in de brief,
daar komt hij nu niet op terug. Voor wat de financiële zaken betreft moet er
meer duidelijkheid komen. Aangetoond moet worden hoeveel tijd en mankracht
er momenteel binnen het gemeentehuis wordt besteed aan administratie e.d. van
de onder de stichting vallende woningen. De een zegt dat het meevalt, terwijl
de ander zegt dat er op jaarbasis veel tijd in gaat zitten. De C.D.A.-fractie wil
dit onderzocht hebben.
De samenstelling van het nieuwe bestuur wordt voor een groot gedeelte geregeld
door de rijksoverheid. Over bepaalde zaken hoeven dus geen uitspraken te worden
gedaan. Naar aanleiding van het deelnemen aan het interim-bestuur namens het
woningbedrijf zijn verschillende modellen bestudeerd. Na rijp beraad staat zijn
fractie toch niet onwelwillend tegenover het voorstel van de heer Verpaalen.