Op zich heeft zijn fractie daar wel waardering voor. Het voeren van een beleid
dient meer in te houden dan het ingaan op klachten en ad-hoc beslissingen. Wei
moet dan geconstateerd worden dat in het recente verleden op zijn minst gezegd,
vreemde ad-hoc besluiten ten aanzien van de verlichting zijn genomen. Zo is nog
niet zo lang geleden de verlichting op de Schutsestraat uitgebreid en thans stelt
het college voor de verlichting te veranderen c.q. te verminderen door andere
lampen te gebruiken en de lantaarnpalen verder uit elkaar te plaatsen. Dat is
toch wel erg ad-hoc geweest. Zijn fractie heeft toch wel waardering voor de wijze
waarop het hele plan is voorbereid. Met name ook in de commissie openbare werken
c.a. Daarin zijn drie plannen aan de orde geweest, summiere uitbreiding van de
verlichting, dit voorstel en een zeer ruime uitbreiding van de verlichting in het
buitengebied. Men heeft de indruk dat de gemeente met dit plan op de goede
weg is. Bovendien is deze vorm van verlichten in overeenstemming met de uitgangs
punten van de N.S.V.V. (de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde). Het
overgaan op meer energiezuinige lampen spreekt zijn fractie aan. Niet alleen
en zelfs niet in de eerste plaats vanwege het financiële aspect maar vooral van
wege de bijdrage aan het milieu door het verminderd energieverbruik. Waarom
overweegt men niet om alle lantaarnpalen in Prinsenbeek te voorzien van energie
zuinige lampen? Het is tenslotte een integraal plan.
Zijn fractie wenst geen afweging te maken tussen verlichting in het buitengebied
en de aanleg van een fietspad langs de Meester Bierensweg. Dat zijn twee onverge
lijkbare grootheden die niet naast elkaar gelegd moeten worden. Als er een keuze
gemaakt moet worden kiest zijn fractie voor het aanleggen van een fietspad en
een latere uitvoering van het verlichtingsplan.
Twijfels heeft spreker over de relatie tussen de verlichting in het buitengebied
en de sociale- en de verkeersveiligheid ziet zijn fractie niet zo zitten. Er zou
een lineair verband zijn. Immers, betere verlichting zou ook weieens kunnen beteke
nen dat automobilisten harden gaan rijden hetgeen beslist niet bijdraagt aan de
veiligheid.
Ook met betrekking tot de sociale veiligheid heeft men soortgelijke twijfel. Uit
esthetisch oogpunt is het niet fraai om meer dan 100 lantaarnpalen in het buiten
gebied erbij te plaatsen. Ondanks het algemene tijdsbeeld van energiebesparing
komt er een plan op tafel tot uitbreiding van verlichting in Prinsenbeek. Prinsen
beek wordt lichter maar moet men daar ook blij om zijn? In Prinsenbeek zijn
er bijna geen plaatsen meer waar het nog stil en donker is. Overal hoort men
het geluid van de om ons liggende snelwegen, dag en nacht. Wel waren er nog
plaatsen waar het 's-nachts donker was en waar men ongehinderd naar de sterren
en de maan kon kijken. Dat is niet meer. Natuurlijk heeft zijn fractie er begrip
voor dat de mensen in het buitengebied aandringen op meer verlichting. Dat is
te billijken, maar desondanks ervaart zijn fractie het als een soort verlies dat
het voortaan naast stil ook nergens meer echt donker is in Prinsenbeek.
De heer Schreiner merkt op dat in het verslag van de commissie financiën staat
dat de eerste fase van de Meester Bierensweg 1989 niet gerealiseerd kan worden
omdat de voorbereiding nog niet rond is. In de commissie openbare werken c.a.
heeft hij gevraagd of alle plannen wel realiseerbaar waren en daarop werd geant
woord dat dit geen probleem was. Dit is wel vreemd als men weet dat de voorzitter
van de commissie financiën en de commissie openbare werken c.a. een en dezelfde
persoon is.
De Meester Bierensweg is voor Gemeenschapsbelang essentieel. Door de fractie
is aangedrongen op fietspaden. Als iets technisch niet realiseerbaar is omdat de
dienst het te druk heeft, dan wenst zijn fractie daar duidelijk een antwoord op.
Al jarenlang staat op de begroting f. 40.000,-- voor verlichting in het buitengebied
en dit had in de loop der jaren aangepast moeten worden. Als de verlichting in
de Schutsestraat verminderd gaat worden dan moet de sluis die in het verkeersplan
gesitueerd is, wel goed verlicht blijven.
Zijn fractie betreurt het ten zeerste dat er nu f. 125.000,— meer uitgegeven moet
worden aan de verlichting van het buitengebied en dat daardoor de eerste fase
van de Meester Bierensweg voor het fietspad wordt verschoven. Hij is wel vóór
verlichting in het buitengebied maar als er een keuze gemaakt moet worden dan
kiest men toch voor de veiligheid van de kinderen.
De criminaliteit in het buitengebied is immers minimaal.
