-6-
Hoe is dat zo gekomen? In de Algemene Beschouwingen heeft de fractie Gemeen
schapsbelang de volgende tekst uitgesproken: "Het moet ons van het hart dat wij,
als wij het eigendom van onze gemeente onder de loep nemen, we een duidelijke
achterstand constateren in vergelijking met het particuliere bezit in ons dorp. Volgens
Gemeenschapsbelang is het de hoogste tijd om hieraan wat te doen. Immers de roep
vanuit de bevolking kan ook u niet ontgaan zijn. Ons eigen woningenbestand heeft
een achterstand in onderhoud en er bereiken ons tientallen klachten over verrotting
van ramen, deuren, verveloosheid en slechte sanitaire voorzieningen. Op de eerste
plaats is dit natuurlijk onzorgvuldig ten aanzien van onze bewoners, maar op den
duur ontstaat er natuurlijk ook een desinvestering."
Het antwoord van het college daarop was het volgende: "Gemeenschapsbelang maakt
het college erop attent, dat de roep vanuit de bevolking inzake achterstand aanpak
gebreken aan gemeentelijke huurwoningen het college niet ontgaan kan zijn. Die
fractie althans bereiken tientallen klachten zowel daarover als over het nauwelijks
of zelfs geen reactie van gemeentewege daarop krijgen. Waar die roep burgemeester
en wethouders wel is ontgaan, voor Gemeenschapsbelang sterk in het doen van initia
tiefvoorstellen, had hier een beleidvolle taak kunnen liggen terwijl dat college die
tientallen klachten niet hebben bereikt. De inwoners weten de desbetreffende porte
feuillehouders anders wel te vinden. Met het slaken van algemeenheden schiet name
lijk niemand iets op en wordt er niet geholpen waar zulks nodig is." De reactie van
Gemeenschapsbelang hierop was het aanbieden van een initiatiefvoorstel voor elke
volgende raadsvergadering met daarin vier woningen vermeld met achterstand.
Totdat het college ook zelf op de hoogte was van de zeer grote achterstand in onder
houd van alle complexen van het gemeentelijk woningbedrijf. Toen deze grote achter
stand ook in dit huis doordrong, is er voortvarend te werk gegaan. Gelukkig bleek
er nu wel ineens tijd voor een uitgebreide inventarisatie, bereidheid tot investeren,
opknappen en zelfs voorstellen tot comfortverbetering.
Gemeenschapsbelang is apetrots dat het nu zover is. Goed zorgen voor het eigen
woningbezit en tegelijk de zekerheid voor de huurders dat zij in een woning wonen
waaraan zorg wordt besteed. Dat is pas goed rentmeesterschap!
Spreker zou graag zien dat de gemeente een opleveringsdatum stelt voor het te
verrichten werk met een termijn van hooguit een half jaar. Dan is het probleem
pas echt uit de wereld.
Tenslotte complimenten voor de voortvarendheid in dit geval en ga zo door!
De heer van Trotsenburg gaat akkoord met het voorstel zoals het thans voorligt.
Aan de complexen 7 en 8 wordt nu ruim f. 700.000,— besteed en spreker zou graag
willen weten wat er nu nog openstaat voor deze blokken.
Hij gaat akkoord met de wijze van aanbesteding maar deelt ook de vrees van het
C.D.A. omtrent de volgorde van de werkzaamheden. Het lijkt hem moeilijk de comfort
verbetering hierbij te betrekken.
In de richting van de heer van Geel zegt spreker dat de f. 800.000,— geen onderhoud
is maar comfortverbetering.
De heer van der Hilst vraagt in hoeverre er sprake is van achterstallig onderhoud.
Dit is natuurlijk moeilijk te schatten. In hoeverre zouden de kosten lager geweest
zijn als er telkens tijdig onderhoud was gepleegd?
Destijds is het begroot op f. 64.000,— en dat wordt nu f. 700.000,—.
Is er toen slecht begroot of is er sprake geweest van enig achterstallig onderhoud?
Gemeenschapsbelang mag terecht zo trots zijn als een aap. Ere wie ere toekomt.
Deze fractie krijgt al zo vaak ongelijk in deze raad.
Wat betreft de comfortverbetering vraagt spreker waarom niet direct is geïnventari
seerd naar de bereidheid hiertoe. Nu komt er binnen enkele maanden nog een keer
een voorstel omtrent deze comfortverbetering plus dat het werk nu gesplitst gaat
worden. Voor de bewoners is dit niet zo plezierig. Hij vraagt voor een zo goed moge
lijke planning met zo min mogelijk overlast voor de bewoners. De fractie van P.v.d.A.
acht geen redenen aanwezig om de plaatselijke aannemers aan een kritisch onderzoek
te onderwerpen. Wel belangrijk is het dat er alleen zaken wordt gedaan met erkende
bedrijven en niet met bedrijven die niet zijn ingeschreven op de gebruikelijke wijze.
De voorzitter constateert dat de voltallige raad zich kan vinden in het voorstel
met betrekking tot de aanbesteding, zij het dat de C.D.A.-fractie zowel het onderhoud
als de comfortverbetering bij een aanpak in één keer bij één grote aannemer prefe
reert.
