- 4 -
De heer Schreiner vraagt of het college kan verbieden dat er op deze vogels
wordt gejaagd op het gehele grondgebied van de gemeente.
De voorzitter zegt dat, wanneer de wet dit niet mogelijk maakt, het college
hier niets aan doen. Dit geldt wel voor bijvoorbeeld beschermde vogels.
De heer Schreiner verzoekt het college een en ander aan de betreffende
vereniging mede te delen.
De voorzitter zegt dit toe.
Vervolgens worden zonder hoofdelijke stemming de
stukken a. t/m g. voor kennisgeving aangenomen.
4. Mededelingen Gewestraad.
Er heeft geen Gewestraadsvergadering plaatsgevonden.
5. Voorstel tot instemming met de aanpassing van de tekst van de gemeen
schappelijke regeling Woonwagenschap Breda.
De heer Oomen kreeg bij het lezen van de stukken de indruk dat een aantal
gemeenten toch niet daadwerkelijk gezocht heeft naar een gezamenlijke oplos
sing van het probleem. Althans dat is de indruk van zijn fractie. Alle ge
meenten van het Stadsgewest hebben de zorg om alle woonwagenbewoners ver
spreid over het grondgebied te huisvesten en dient daaraan een bijdrage te
leveren.
De heer van Geel is ook deze mening toegedaan en het is hem gebleken dat
een groot aantal gemeenten geen woonwagenkamp heeft. Dat zijn de gemeenten
Baarle-Nassau, Chaam, Dussen, GeertruidenbergHoge en Lage Zwaluwe, Made,
Drimmelen, Rijsbergen, Werkendam, Woudrichem, Zevenbergen en Zundert. Wat is
de reden daarvan? Het is mogelijk dat er bijvoorbeeld geen woonwagenbewoners
naar die gemeenten toe willen of dat er in die gemeenten nog geen start is
gemaakt met de procedures om een dergelijke voorziening te treffen. Afge
sproken is dat dit soort zaken gedragen dienen te worden door het gehele
Stadsgewest en niet door een aantal gemeenten.
De voorzitter wil dit wel aan de orde stellen in de op 23 juni aanstaande te
houden openbare vergadering van het Woonwagenschap. Vooraf zal echter ook
nog de mening van de raad schriftelijk ter kennis worden gebracht van het
Woonwagenschap
Hij kan nu geen exact antwoord geven op de gestelde vragen aangezien hij nu
niet alle stukken bij zich heeft. Er is een schema waarop de gehele
procedure per gemeente wordt aangegeven. Het kan zeer wel zijn dat een
gemeente bestemmingsplanmatig klaar is, maar dat de invulling nog niet hele
maal rond is en dat gewacht moet worden op belangstelling voor dit woon
wagencentrum.Misschien zijn sommige gemeenten te ver van de stad gelegen en
dat er daarom geen belangstelling is.
Wethouder Dirven wil graag weten hoe de heer van Geel de namen van deze ge
meenten weet. De gemeente Made heeft wel een woonwagenkampje.
De heer van Geel verwijst naar het bij de regeling gevoegde overzicht.
De heer van Trotsenburg vraagt of het Woonwagenschap het recht heeft om zelf
een terrein aan te wijzen indien de gemeente dat niet wil doen.
De voorzitter zegt dat dit een provinciale bevoegdheid is ingevolge artikel
37 Wet Ruimtelijke Ordening.
De heer van Trotsenburg is daarom dan ook niet bevreesd voor een ongelijke
verdeling
De voorzitter zegt toe om aan de voorzitter van het Woonwagenschap nadere
informatie te vragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.