De constructie die de provincie bedacht had, was heel ingewikkeld met een zodanige
verdeelsleutel dat het de gemeente veel meer geld zou gaan kosten en dat het veel
minder efficiënt zou werken.
De heer van Geel is niet tevreden met het antwoord. Het gehele verhaal klopt. Daaraan
twijfelt hij geen moment en is het er roerend mee eens. Maar het college onderschrijft
daarmede de argumenten genoemd onder a., b. e. en f., maar niet de argumenten ge
noemd onder c. en d.
Wethouder Dirven zegt dat wanneer Prinsenbeek moet aansluiten bij een gezamenlijk
archief van de steden en als de steden mee zouden doen met hun eir^n archiefdienst
dan is dat altijd veel goedkoper. Veronderstel dat in het Stadsgewest Breda één archief
dienst zou komen met als centrum Breda, dan zou dit goedkoper zijn. Maar die steden
doen dat niet, noch Breda noch Roosendaal noch Bergen op Zoom. Dat betekent dus
dat Prinsenbeek bij Oosterhout aan zou moeten sluiten of bij Zevenbergen. Beide werken
niet zo efficiënt als deze kleine, overzichtelijke dienst. Dat zou dus alleen betekenen
dat de kosten voor de gemeente Prinsenbeek hoger zullen worden. Wanneer de gegevens
bijvoorbeeld uit het bevolkingsregister in Zevenbergen of Oosterhout komen te liggen
dan is dat veel onoverzichtelijker.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
7. Voorstel tot verkoop van de woningwetwoning Pastoor Oomenlaan 15 aan de bewoner.
De heer van Geel zegt dat zijn fractie indertijd gevraagd heeft om de gedachten op
een rijtje te zetten over de huurwoningvoorraden van Prinsenbeek. Zijn fractie heeft
min of meer de idee aangedragen om na een zekere termijn af te zien van verkoop
van woningen. Gezien de ontwikkelingen die zich thans voordoen ten aanzien van de
samenwerking die tot stand zal komen waarvoor - de stukken lezende - de voorzitter
grote complimenten verdient, moet er gesproken worden over het wel of niet verkopen
in de toekomst. Deze discussie kan voor wat zijn fractie betreft nog even worden uit
gesteld. Zijn fractie wil eerst afwachten hoe de nieuwe situatie straks zal zijn en hoe
middelen aangewend kunnen worden om de woningen te verkopen. Uit het taxatie-rapport
van deze woning blijkt, dat er zeer veel achterstallig onderhoud is en dat de woning
niet meer aan de eisen van de huidige tijd voldoet. Er is nog een aantal woningen binnen
het gemeentelijk woningbedrijf die in een dergelijke staat verkeren. Wanneer alles onder
één beheer is gekomen en nadat alles in orde is gebracht mag er, voor wat zijn fractie
betreft, een discussie komen.
De voorzitter zegt dat de heer van Geel een punt aan de orde stelt waaromtrent de
raad een aantal jaren geleden reeds een beslissing heeft genomen. Bepaalde complexen kunnen
worden verkocht en daarmede is dan een punt gezet achter verkoop. Bij de Algemene
Beschouwingen heeft de heer van Geel dit punt ook reeds naar voren gebracht. Daarop
hebben de andere fracties nog niet zodanig gereageerd dat zij daarover in de commissie
in eerste instantie zouden willen discussiëren. Nu komt de heer van Geel weer terug
op een besluit van de raad van 1977-1978. Dan zal de raad nu moeten zeggen of men
akkoord gaat met het voorstel tot verkoop van deze woning of dat men dit voorstel
aanhoudt. Dan wijzigt men wel dat oude besluit, naar aanleiding van het voorstel dat
de heer van Geel namens zijn fractie doet.
De heer van Geel zegt dat zijn fractie voorstelt om deze woning nog wel te verkopen
en tot op het moment dat er een nieuwe woningstichting is, alles bij het oude te laten.
De voorzitter zegt dat het college bij een nieuw verzoek in de loop van dit jaar uit
een complex dat nu wel verkocht mag worden, de suggestie van de heer van Geel in
het voorstel zal verwerken. Daarbij aangevende dat op dat moment alsnog het raadsbe
sluit van 1978 wordt gehandhaafd.
Wethouder Houtepen zegt dat er nog twee aanvragen binnen zijn gekomen. Er kan moei
lijk onderscheid gemaakt worden tussen de woningen van één complex. In de nieuwe
situatie zou wellicht eens bekeken moeten worden of de gemeente überhaupt nog wel
woningen wenst te verkopen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten,
waarbij de fractie van de P.v.d.A.
wordt geacht te hebben tegengestemd.
-6-