- 5 - overleg milieu adviseerde anders omtrent dit punt; besloten is in de Stadsgewestvergadering om voorlopig te volstaan met een verhoging van f. 4,per ton in plaats van de f. 10,uit het voorstel; deze f. 4,zijn bestemd voor onderzoek van gesloten stortplaatsen en voor preventie en handhaving; vast staat echter wel dat de komende jaren de prijs drastisch omhoog gaat in verband met ingebruikname van de AVI Moerdijk in 1996; Volgens spreekster stond er verder op de agenda een voorstel financiën RWI, waarin werd gevraagd om in te steramen met een gelijk bedrag per inwoner voor het RWI regio Breda, dus met andere woorden om de financiële verdeelsleutel aan te passen; het budget van het Stadsgewest Breda te verhogen met f. 0,74 per inwoner en het RWI-personeel onder te brengen bij het Stadsgewest Breda. De bedoeling van dit voorstel was, om per 1 januari 1991 de gemeenten van het Stadsgewest, die aandeelhouder zijn van het RWI, een gelijk bedrag per inwoner bij te laten dragen. De reden dat de financiële verdeelsleutel aangepast moest worden, was enigszins het gevolg van de voorgeschiedenis van het RWI. Het instituut kwam destijds tot stand op initiatief van de drie grote gemeenten binnen het Stadsgewest: Breda, Etten-Leur en Oosterhout, in samenwerking met het Stadsgewest en de Kamer van Koophandel. Daarop is destijds ook de aandelenverhouding en de financiële verdeelsleutel afgestemd. In een later stadium zijn nagenoeg alle gemeenten van het Stads gewest Breda ook aandeelhouder geworden van het RWI, wat derhalve om een aanpassing vroeg van de verdeelsleutel en de aandelenverhouding. Destijds, toen ook de kleinere gemeenten zich aansloten bij het RWI, is de afspraak gemaakt, dat er f. 0,54 per inwoner zou worden betaald en dat de centrum gemeenten een aparte bijdrage zouden leveren. Daarbij hadden de centrum gemeenten uiteraard een groter aandeel, omdat het personeel van het RWI in dienst was van die centrumgemeenten. Om zowel tot egalisatie te komen van de financiële bijdrage als de aandelenverhouding is door de Gewestraad met dit voorstel ingestemd. 5. Voorstel tot vaststelling van de woningbouwplanning en de planning woningverbetering voor de jaren 1991-1995. Mevrouw Reiinen zegt, dat haar fractie zich kan vinden in het voorstel. Toch is er iets waarover haar fractie bedenkingen heeft. De lange lijst van woningzoekenden geeft aanleiding om ervoor te zorgen, dat er toch de nodige voorzichtigheid in acht wordt genomen voor wat betreft de medewerking aan de bouw van bovenwoningen in het centrumgebied en aan de bouw van apparte mentencomplexen. Deze medewerking zou alleen gegeven moeten worden onder strikte voorwaarden, zoals voorrang voor eigen inwoners bij toewijzing en starters dan wel dat ouderen voorrang krijgen. Dit zou haar inziens leiden tot vermindering van de lengte van de lijst van woningzoekenden. Tevens verzoekt zij niet in zee te gaan met projectont wikkelaars, omdat de woningbouwinstelling en de gemeente Prinsenbeek mans genoeg zijn om dit in eigen huis te houden. Daarnaast vindt zij de extra ophoging van het richtgetal met 5 woningen per jaar van harte welkom. De heer van der Hilst is verheugd, dat het percentage sociale huurwoningen zal gaan stijgen tot 35%, omdat Prinsenbeek slechts 14,2% van de totale voorraad als sociale huurwoning heeft en daarmee het laagste is in het hele Stadsgewest Breda. Het landelijke gemiddelde is 20% koopwoningen en 80% huurwoningen. In Prinsenbeek is dat omgekeerd. Hij vindt het belangrijk dat er meer aandacht komt voor sociale huurwoningen. Hij merkt ook op, dat de groep alleenstaanden die staat ingeschreven, de laatste jaren groeiende is en wijst erop dat er de komende jaren vooral ook voor kleine huishoudens meer gebouwd zal moeten worden. De heer Geuze had graag een groter aantal woningen gehad en is bepaald geen tegenstander van de vrije-sector bouw. Niettemin pleit zijn fractie, met name voor een evenwichtige opbouw van de bevolking, dus meer sociale huurwoningen. Hij vraagt, zo mogelijk, kleinere kavels voor ouderen beschik-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 128