- 5 -
Precedentwerking lijkt hem een beetje te voorbarig want wie dergelijk
activiteiten onderneemt in de tuin moet over een dikke beurs beschikken. De
heer van der Hilst maakt het college het verwijt dat aan de zaak onvoldoende
aandacht is besteed. Dit verwijt is volstrekt onjuist en bezijden de
waarheid.
De heer Lotstra respecteert het feit dat het uitvoering geven aan de
politiedwang, tot het doen verwijderen van de zandlichamen, een zaak van
beleid is. Hoogstens kan de raad het college ter verantwoording roepen. De
argumenten zoals door de voorzitter zijn verwoord zouden een inleiding kun
nen zijn tot herziening van het totale bestemmingsplan Buitengebied. Hij
vraagt daarom het college ook om zo snel mogelijk te komen met een voorstel
tot integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied.
De heer Geuze sluit zich aan bij de laatste woorden van de heer Lotstra en
verzoekt om een hoofdelijke stemming over dit voorstel.
De voorzitter zegt dat hetgeen de heer Lotstra heeft verwoord, nu juist één
van de motieven was om tot dit voorstel te komen. De bezwaren van de omwo
nenden richten zich tegen de zandberg. Vanneer het feitelijk gebruik inge
past wordt in het bestemmingsplan en ten aanzien van de hoogte van die zand
berg worden gesteld bepaalde voorwaarden, is tegemoet gekomen aan die
bezwaren. De heer Lotstra onderschrijft hetgeen het college wil.
De heer Lotstra zegt dat zijn fractie ook die zandberg weg wil maar voor hem
hoeft dat niet door middel van een bestemmingsplanherziening omdat dat
gelegenheidsplanologie is. Zijn fractie wil dat mee blijven nemen in de
totale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. In beide gevallen,
dus ook bij bestemmingsplanherziening, blijven de zandbergen niet gehand
haafd.
Met hoofdelijke stemming wordt ver
volgens het voorstel van burge
meester en wethouders verworpen met
4 stemmen vóór van de leden Rasen-
berg, Geuze, van Geel en Oomen en
tegen stemmen de leden Lotstra, van
Hoek, Hoelen, Overboom, Schalk, van
der Hilst, Franken, Reijnen,
Verkooijen en de Craen.
6. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit tot herziening van
het bestemmingsplan "Centrum".
De voorzitter zegt dat de afwijking zeer gering is. Hier speelt het geluid-
hinderaspect
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
7. Voorstel inzake de verkoop van sociale huurwoningen na de overdracht aan
de Woningstichting Prinsenbeek.
De heer Lotstra zegt dat zijn fractie het eens is met het voorstel maar ver
zoekt de suggestie over te nemen die in de commissie algemene zaken c.a.
naar voren is gebracht, om niet een termijn van vier jaren af te spreken
maar een bepaalde datum; bijvoorbeeld 31 december 1993. Zijn fractie heeft
het gevoelen geuit dat het in principe onder stringente voorwaarden mogelijk
moet zijn om dringende redenen uit het oogpunt van volkshuisvesting woningen
te verkopen c.q. aan te wijzen. Een strikte redactie heeft hij niet gegeven,
maar het is misschien voor het college een aanknopingspunt. Met betrekking
tot punt 1 moeten de betrokken bewoners goed worden voorgelicht zodat men
niet een dag te laat komt. Zijn fractie ziet de termijn als fataal.