- 6 - De heer van der Hilst zegt dat zijn fractie geen voorstander is van het verkopen van huurwoningen. Echter zijn fractie is het eens met het N.C.I.V. dat een algemene verkoopplicht van de aangewezen woningen tezeer zou in grijpen in het toekomstige eigendomsrecht van de nieuwe stichting. Daarom kan zijn fractie zich vinden in het opteren voor een overgangstermijn tot 1 januari 1994. Zijn fractie is er geen voorstander van om de mogelijkheid open te houden om nog meer contingenten woningen verkoopbaar te maken. Zijn fractie is verheugd dat in de commissie gesteld is dat geen ontheffing van de voorwaarde dat men vijf jaar in het huis moet wonen om te kunnen kopen wordt toegepast. Hij is blij dat ook de andere fracties terugkomen op het tot nu toe soepele beleid ten aanzien van die vijf jaar bewoning. Hij vindt het jammer dat de nieuwe stichting nog niet functioneert per 1 januari 1990. Het is nu eind 1990 en hoopt dat er nu snel volledige overeenstemming zal komen tussen alle participanten zodat de stichting eindelijk eens aan de slag kan gaan. De heer Geuze sluit zich aan bij hetgeen de heer Lotstra heeft gezegd. De vorige keer heeft zijn fractie gepleit voor meer huurwoningen in deze gemeente. Zijn fractie staat bepaald niet afwijzend tegenover eigen woning- bezit. In dit geval is de argumentatie dat er verwachtingen zijn gewekt bij de betrokken burgers en die moeten worden gehonoreerd. Hij zou wel graag willen weten of, wanneer er grootschalig verkocht wordt, de continuïteit van de Woningstichting in gevaar komt. Ook de heer Franken sluit zich aan bij de woorden van de heer Lotstra. Het is een goede zaak om, gelijk met de onderhandelingen over de voorwaarden, eventuele verkoop van woningen mogelijk te laten blijven. De voorzitter constateert dat de voltallige raad zich kan vinden in de ver koop van de daarvoor in aanmerking komende woningen met als ultimatieve datum 31 december 1993. De bewoners van de 83 woningen die daarvoor in aan merking komen zullen goed moeten worden voorgelicht over de mogelijkheden, mits voldaan wordt aan de twee vereisten: namelijk vijf jaar wonen in de woning en een inkomen hebben volgens de voorschriften van de staatssecre taris van volkshuisvesting. De verkoopprocedure gaat - zoals in het raads voorstel verwoord - via de raad. Zijn er straks nog andere gemeentewoningen dan de circa 83 woningen die de gemeente inbrengt in de Woningstichting nieuwe stijl, dan moet dat een punt van overleg kunnen zijn. De raad zal een beslissing moeten nemen wanneer de Woningstichting van plan is om alsnog daaruit een woning te verkopen. De heer Geuze heeft gevraagd naar de continuïteit van de Woningstichting. Inderdaad zou dat een punt kunnen zijn voor het nieuwe bestuur van de Woningstichting-. Spreker maakt de raad erop attent dat in deze materie een compromisvoorstel door het N.C.I.V. is gedaan, welke welbewust door het college is overwogen. Het cruciale punt voor het college was, evenwel dat de raad in 1979 een bepaalde beleidsvisie heeft uitgestippeld. Die beleidsvisie is bestendigd door middel van een volkshuisvestingsnota in 1983. Het was voor het college de vraag of de raad op dit moment hierover nog zo denkt. Het zou volgens het college weinig zinvol zijn om eerst overleg te plegen met de kandidaat bestuursleden voor de Woningstichting voordat er in de raad over gesproken zou zijn. Het college kan nu aan tafel gaan zitten met deze kandidaat-leden van het nieuwe bestuur en het bovenstaande doorgeven. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Voorstel tot aanpassing van de Regeling voor de uitgifte van bouwgrond Voor eigen wonineen. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 155