- 5 -
Alleen opname in brede scholengemeenschappen zou een redmiddel kunnen zijn
voor het feit dat bij de invoering van basisvorming een druk naar zogenaamde
hogere vormen van voortgezet onderwijs zal kunnen worden voorkomen.
Onlangs heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de bevoegdheden van de
gemeenten om de 'hardheidsclausule' toe te passen op de verplichte bijdrage
van f. 200,voor ouders. Omdat ouders die aangewezen zijn op vormen van
speciaal onderwijs toch al geconfronteerd worden met veel extra zorg en
kosten, zijn wij in principe voorstander om de eigen bijdrage van f. 200,
niet aan de ouders te berekenen.
Kunt u ons aangeven wat met name de financiële consequenties voor de ge
meente zouden zijn van ons voorstel?
Hoofdfunctie 5. Cultuur en recreatie:
Wij stemmen van harte in met de evaluatie van de geldende subsidie
verordeningen. Onlangs bleek bij de vaststelling van de subsidies voor 1991
dat een aantal zaken dringend aanpassing behoeft. Omdat de verenigingen en
instellingen voor 1 april 1991 alweer hun subsidieverzoek 1992 moeten doen,
vragen wij u om spoed. Denkt u voor die datum het nieuwe subsidiebeleid te
kunnen ontwikkelen of moeten we wachten met uitvoering tot het subsidiejaar
1993?
Met betrekking tot de subsidiëring van muzikale vorming zijn wij geen voor
stander van intrekking van de huidige subsidieverordening. Naast de HAFA-
opleiding verzorgt de muziekschool Breda meerdere cursussen, waaraan veelal
jonge Prinsenbekenaren deelnemen. Deze worden in vergelijking met deelnemers
uit Breda opgezadeld met meer reiskosten en cursuskosten. We blijven er
voorstander van dat het verschil in cursusgelden tussen inwoners uit Breda
en Prinsenbeek in aanmerking blijft komen voor subsidiëring.
Wat betreft zwembad De Kuil het volgende. Zoals u weet maakt onze partij
zich al jaren, en als u de algemene beschouwingen van de afgelopen jaren be
ziet, als enige partij druk om de kwaliteit van zwembad De Kuil. De wijze
waarop Prinsenbeek omspringt met de hygiëne en veiligheid van dit bad is ons
al jaren een doorn in het oog. Ondanks het feit dat de kleed- en toilet
ruimten zijn afgekeurd, ondanks toezeggingen en beloften in de afgelopen
jaren, is het gemeentebestuur niet in staat gebleken om zwembad De Kuil op
een aan de eisen van deze tijd aangepaste wijze te exploiteren en te be
heren.
Een lichtpuntje voor ons is het feit dat we in de laatste raadsvergadering
op de valreep een krediet hebben gevoteerd voor een onderzoek, zij het dat
omtrent de opdracht voor het onderzoek geen letter op papier stond. We
wachten desondanks het resultaat af en willen vervolgens graag daarna met u
discussiëren over de voortzetting van De Kuil op een wijze die meer in over
eenstemming is met de normen van hygiëne en veiligheid die aan een zwembad
anno 1991 gesteld mogen worden.
Het college heeft het voornemen om in 1991 een gemeentelijke monumentenlijst
vast te stellen. Het aantal monumentale objecten dat op deze lijst zal
worden geplaatst laat u afhangen van de beschikbare geldmiddelen. Het komt
ons voor dat u daarmede de zaken omdraait; een monument dient volgens be
paalde criteria als monument te worden aangemerkt en op grond daarvan op de
monumentenlijst te worden geplaatst ongeacht de financiële consequenties.
Kunt u iets meer aangeven van de criteria, anders dan financiële, die van
invloed zijn voor plaatsing van een object op de monumentenlijst?
Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het openbaar groen staat onder
druk. "Het voornemen bestaat om de reeds ingeslagen weg te vervolgen en het
gebruik tot een minimum te beperken." Dit schrijft u op bladzijde 53 van de
beleidsvoornemens. Kunt u met een overzicht van de laatste jaren aangeven
hoe de toepassing van de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen is afgenomen?
Wat betreft de welzijnsaccoramodatie zijn we benieuwd naar het onderzoek over
de bruikbaarheid van De Engelbewaarder voor de huisvesting van instellingen
die hoog nodig een ander onderkomen behoeven. Tot nu toe is ons steeds voor
gehouden dat dit gebouw niet meer voldoet. Wat zijn uw plannen als het
onderzoek eveneens tot de conclusie komt dat huisvesting voor instellingen