- 13 - De heer Lotstra vangt zijn betoog als volgt aan. "Deze begrotingsbehandeling is de eerste binnen de zittingsperiode van de nieuwe raad. De in de begrotingsstukken vervatte nota van aanbieding bevat de beleidsvoornemens van het nieuwe college. In het afgelopen begrotingsjaar zijn diverse belangrijke zaken tot stand ge komen realisering van de speelvoorzieningen; - het openen van de nieuwe markt; de nieuwe Structuurschets; - eerste aanzet tot het nieuwe bestemmingsplan De Rijt; - het invoeren van de milieubox; - realiseren van het nieuwe bedrijventerrein De Lind II. Hoewel op sommige momenten de naweeën van de verkiezingskoorts nog zijn te voelen, kan ten aanzien van de verhoudingen binnen de raad opgemerkt worden, dat deze goed zijn. Er is begrip en respect voor eikaars standpunt. De samenwerking met onze nieuwe coalitie-partner is goed. Ook de samen werking met het nieuwe college wordt door het C.D.A. als goed ervaren. Bij de vorige algemene beschouwingen is het C.D.A. uitvoerig stil blijven staan bij de samenwerking met de gemeente Breda en de randgemeenten. Gesteld is toen, dat deze samenwerking voor het C.D.A. een hoge prioriteit heeft. Dit geldt nu nog onverkort. Het gaat ons te ver om nu te zeggen dat donkere wolken samendrijven boven Prinsenbeek. Feit is echter wel dat de zelfstandigheid van Prinsenbeek minder absoluut is dan enkele jaren terug. Wij verwijzen terzake naar de op merkingen van burgemeester Nijpels, ter gelegenheid van de installatie van de commissie, waarvan hij zelf voorzitter is. Burgemeester Nijpels stelde toen dat voor hem gemeentegrenzen niet heilig zijn. Het C.D.A. is en blijft van mening, dat enkel door samenwerking met de ge meente Breda, op basis van gelijkwaardigheid en met behoud van zelfrespect, het mogelijk moet zijn de ruimtelijke problemen van de gemeente Breda aan te kunnen en op te lossen. Onze gemeente heeft hierop reeds ingespeeld door een Structuurschets op te stellen waarin duidelijk de eigen mogelijkheden staan weergegeven. Daar Prinsenbeek niet rechtstreeks in eerdergenoemde commissie is vertegenwoordigd, is het van wezenlijk belang dat de belangen van de randgemeenten in het algemeen en van Prinsenbeek in het bijzonder, via de heer De Jaeger, burgemeester van de gemeente Rijsbergen, vertegenwoordiger van de randgemeenten, goed worden behartigd. Daarnaast is het noodzakelijk dat het college er alles aan doet om via de zogenaamde klankbordgroep de Prinsenbeekse belangen goed te behartigen en veilig te stellen. Van wezen lijk belang is ook dat de voorzitter van het college de commissie algemene zaken c.a., maar uiteraard ook de gehele raad, bij voortduring op de hoogte houdt van de ontwikkelingen dienaangaande. In dat kader is het ook van belang dat de samenwerking binnen stads gewestelijk verband wordt uitgebreid. Een van de meest knellende punten was en is nog steeds een rechtvaardige verdeling van de woningbouwquota in het Stadsgewest. De behoefte aan wonin gen voor de eigen inwoners is niet alleen in Prinsenbeek veel groter dan het aanbod. Voor Prinsenbeek is het bouwen van voldoende woningen nog steeds een absolute voorwaarde voor het behoud van een goed draagvlak em de leefbaar heid in onze gemeente. De financiële positie van de gemeente Prinsenbeek komt in gevaar. Door een grote meevaller, te weten een hogere uitkering uit het gemeentefonds dan aanvankelijk begroot, is de begroting uiteindelijk toch sluitend geworden. Daarvoor was wel noodzakelijk dat een beroep werd gedaan op de saldi- reserve. Bij gewijzigd beleid zijn de financiële vooruitzichten, voor de komende jaren, somber. Vasthouden aan ambitieuze investeringsprogramma's zal ongetwijfeld in de komende jaren grote begrotingstekorten veroorzaken. De gunstige beelden van de afgelopen jaren zijn voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt omdat de investeringen grotendeels werden onttrokken aan de bestemmingsreserves. Gelet op de omvang van deze reserves heeft het C.D.A.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 176