- 20 - a) De ontwerp-begroting 1991 gewone dienst 'sluit' met een financiële ruimte (de zogeheten post 'onvoorziene uitgaven' ad circa f. 93.700,- b) De inmiddels bekende 'meevaller' door hogere uitkering uit het gemeentefonds bedraagt ten gunste van 'onvoor ziene uitgaven' circa M 127.800,— Tezamen f. 221.500,— c) Afgezien van de lasten van nieuwe investerings- besluiten komt ten laste van de gewone dienst 1991 op grond van het in juni 1990 unaniem door de raadscommissie financiën onderschreven aangepast investeringsplan (volgens opgave van het college, blz. 4 beleidsvoornemens en meerjarenraming) een bedrag van f. 192.136, d) Tellen wij daarbij een bedrag voor werkelijk onvoorziene uitgaven van f. 6,per inwoner is 60.900, (als dat al voldoende is?) valler' al er een tekort op de gewone dienst is van ruim dertigduizend gulden, zonder dat - zoals het college zelf zegt - de kosten van aangegeven nieuw beleid in de cijfers zijn verwerkt. Conclusie De op de eerder aangehaalde pagina 4 veronderstelde ruimte voor de jaren 1991 t/m 1994 is dus SCHIJN DIE BEDRIEGT! Wij en naar wij zonder enige twijfel weten onze burgers, die op tal van knelpunten in onze samenleving daarmede samenhangende geldkostende oplos singen vragen, zijn bijzonder benieuwd naar het antwoord van het college van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders, die overigens op pagina 5 van die beleids voornemens etc. de boel wel op zijn kop zetten. Zoals gezegd heeft de raads commissie financiën, kennend (en dat is een gelukkige constatering) de riante financiële positie van onze gemeente, gekozen voor een noodzakelijk en wat ons betreft zelfs te vergroten investeringsplan. Bijna een raads besluit. Het college van burgemeester en wethouders heeft tot taak o.a. de voorbereiding en uitvoering van raadsbesluiten. Waarom kwam het college - gegeven de financieel sterke positie van onze gemeente - niet verder dan het voorstel om slechts f. 84.000,aan de saldi-reserve te onttrekken? Het college en zeker de nieuwe coalitie-partner daarin veronderstellen wij bekend te zijn met de bij onze bevolking levende - wat ons betreft liever vandaag dan morgen - te honoreren redelijke wensen. Wanneer men de 'begroting in één oogopslag' bestudeert (onze complimenten aan het college en de ambtenaren voor het overzichtelijke stuk) constateert men, dat de uitgaven voor diverse hoofdfuncties in Prinsenbeek in ver gelijking met provinciale en landelijke cijfers in alle gevallen lager zijn. DIT LIJKT MOOI, MAAR HET IS NIET ZO! Immers op tal van gebieden zijn er in onze gemeente achterstanden. Om te beginnen noemen we de achterstand in het onderhoud van wegen en in het bijzonder de trottoirs. Verder ont breken er voldoende goede recreatieve voorzieningen. Er worden verenigingen ondergebracht in gebouwen die daarvoor niet deugen. Gezien de toename van het verkeer in de bebouwde kom van ons dorp, is het noodzakelijk, dat aan de westzijde van onze gemeente een nieuwe ont- sluitingsweg (een buitenring) komt, die een nieuwe aansluiting in de richting van Zonzeel moet hebben op rijksweg 16, zodat wij eindelijk van de f. 253.036,— Dit samenvattend valt vast te stellen, dat ondanks de genoemde 'mee-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 183