- 5 -
de orde gesteld die reeds uitgebreid in de afgelopen vergadering aan de orde
zijn geweest, en waarover de raad inmiddels beslissingen heeft genomen. Hij
gaat hier nu niet meer op in. Als de heer Van der Hilst spreekt over geen
beleidsvisie, dan verwijst hij nu naar dit voorstel. Dit getuigt
ongetwijfeld weer van een beleidsvisie. De naam De Lind/Postbaan is voor het
desbetreffende nieuwe bestemmingsplan Lochtenburg is de straat die daar
doorheen gaat. Het plan zou onverkoopbaar zijn, doch het tegendeel is waar;
er zijn voldoende gegadigden die zich daar willen vestigen, maar er is een
aantal dat zegt slechts onder bepaalde hen moverende redenen daarbij te
willen bijwonen. Het is volgens de heer van der Hilst louter een financiële
kwestie. Dit wordt evenwel door het college zonder meer ontkend. Het is geen
financiële kwestie. Het voorstel door het college juist ingegeven door de
wens van een aantal bedrijven, dat uit de bebouwde kom naar het
bedrijventerrein wil, maar wel redenen heeft om daar zo mogelijk te kunnen
wonen. De uitspraak van de heer Van der Hilst dat er nu al de voorwaarden
worden veranderd, is juist. Het college heeft inderdaad bepaalde
voorwaarden gesteld, maar ook in deze gemeente geldt nog altijd het
democratisch principe waarbij de raad het beleid uitmaakt en niet het
college. Het gegeven advies van de desbetreffende commissie was in meerder
heid, dat uiteraard primair het bedrijf voorop staat en secundair, daarvan
afhankelijk, de bedrijfswoning. De commissie heeft daarbij gesteld, dat het
geen het college wil, met zich brengt, dat er dan normale woonruimte kan
worden ingevoegd. Dat is dan ook het motief waarom het college alsnog voor
40% heeft gekozen met een bepaald maximum. Zulks is vooraf door het college
uitvoerig besproken, ook aan de hand van voorbeelden, die aangaven dat 25%
of 30% geen aanwijzing was om tot een enigszins genoegzame bewoning te
komen, inpandig aan het bedrijfsgedeelte
Ook een motief om derhalve het verzoek van de heer Van der Hilst en zijn
fractie om van 40% naar 30% te gaan, niet te honoreren. Of het college van
burgemeester en wethouders vasthoudt aan de bepalingen zal op een gegeven
moment een zaak van de raad zijn die tenslotte het beleid uitmaakt en als
het college over een paar maanden al van oordeel zou zijn, dat er alsnog een
wijziging zou moeten plaatsvinden, dan zal de raad gevraagd worden om dit te
doen en dan is het aan de raad om deze beslissing te nemen.
Op verzoek van wethouder Oomen schorst de voorzitter de vergadering.
Na plm. 5 minuten heropent de voorzitter de vergadering en zegt in atwoord
op de vraag van mevrouw Hoelen, dat het gaat over ondernemingen die in
Prinsenbeek gevestigd zijn, maar dat het inderdaad mogelijk is, dat de
ondernemer zelf niet in Prinsenbeek woonachtig is. Zijn eerdere mededeling
zou eventueel voor een tweeledig uitleg vatbaar zijn. Daarop attendeerde
collega Oomen hem terecht; zulks is uiteraard niet de bedoeling.
Mevrouw Hoelen merkt op dat haar opmerking betrekking heeft op de op
merkingen van de P.P.C. die bij de stukken gevoegd zijn.
Bij interruptie zegt de voorzitter dat het ontwerpplan zelf nog niet rijp is
voor bespreking in de raad.
Mevrouw Hoelen is van mening dat de bepalingen in de desbetreffende stukken
veranderd moeten worden, omdat die volgens haar niet kunnen blijven staan.
Volgens de voorzitter zou het, wanneer de P.P.C. bepaalde fundamentele
essentiële opmerkingen plaatst bij één van aan die commissie voorgelegd
bestemmingsplan van weinig beleid getuigen wanneer een gemeentebestuur deze
naast zich neerlegt. Als het plan namelijk ongewijzigd nadien aan
Gedeputeerde Staten zou worden voorgelegd, wordt het onherroepelijk
afgewezen. Hij wil nu nog niet reageren, omdat zulks nu nog prematuur is.
Dit wordt door mevrouw Hoelen bevestigd, maar zij wil er nogmaals op atten
deren dat er iets gewijzigd moet worden.
Wethouder Oomen vraagt de heer Van der Hilst wat bedoeld wordt met finan-