zijn beleidsopstelling De heer Van der Hilst zegt dat er problemen blijven bestaan over die 40%, omdat het toch betekent dat meer dan één derde gedeelte van het bedrijfs gebouw vloeroppervlak is voor de bedrijfswoning. Volgens hem wordt hierdoor toch teveel het accent gelegd op de woning. Het accent moet volgens het col lege meer op het bedrijf blijven liggen. Zijn fractie vraagt of het college de voorwaarden kan aanscherpen in die zin dat ook geen onderverhuur mogelijk wordt. Er is net gezegd dat het de bedoeling is dat er zich bedrijven vestigen die in Prinsenbeek gevestigd zijn. Wordt daar ook mee bedoeld dat de bedrijfswoning wordt bewoond door de eigenaar? De heer Geuze zegt dat zijn fractie niet heeft gereageerd, omdat de punten die door hem in de commissievergadering naar voren zijn gebracht, grotendeels zijn verwoord in het definitieve voorstel. Andere fracties maken zich nu bijzonder druk over deze zaak. Dat hij alsnog het woord wil voeren komt door de uitspraak van mevrouw Reijnen, die namens haar fractie reeds nu, hoewel het niet aan de orde is, een uitspraak doet over een derde bedrijventerrein.Zo1n eventuele derde bedrijventerrein zou geen gemeenschappelijk belang zijn voor Prinsenbeek. Spreker verbindt hieraan de conclusie dat nu voor Gemeenschapsbelang eventueel een derde bedrijventerrein geen Prinsenbeeks gemeenschapsbelang kan zijn. Volgens de heer Franken heeft zijn fractie hiermee aan willen geven hoe men de toekomst ziet inzake een bedrijventerrein in Prinsenbeek. De voorzitter zegt, dat het percentage van 40% voldoende van omvang is voor van een bedrijfswoning bij de onderneming. Daarom blijft dit percentage dan ook gehandhaafd. Er komt geen onderverhuur. Het college is van mening, dat dit in een bepaalde omstandigheid de eigenaar van dienst kan zijn. Dus is het eventueel mogelijk dat voor een bepaalde tijd onderverhuur wordt toegestaan? Het is mogelijk, dat de bedrijfsleider woonachtig is in de bedrijfswoning. Dit hoeft dus niet de eigenaar te zijn. Dit zal moeten blijken uit de aan vragen die binnenkomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besluiten waarbij de PvdA-fractie wordt geacht te hebben tegengestemd. 8. Voorstel inzake aanpassinR van het gemeentelijk fietspadenplan. De heer Rasenberg spreekt zijn waardering uit voor deze planning, zoals deze aanvankelijk door de WD was voorgesteld. Eerst was het de bedoeling dat het alleen het noordelijk gelegen fietspad zou betreffen, maar daarna werden ook de belangen van de bewoners van de Verloren Hoek e.e. daaraan toegevoegd. Volgens hem heeft het toch een bepaalde invloed gehad op het voorstel. De heer De Craen zegt dat in de vergadering van augustus 1990 de raad besloot een krediet te voteren voor de voorbereidingswerkzaamheden voor het fietspad langs de StrijpensewegBij herziening van het fietspadenplan in 1988, is besloten de aanleg van een vrij liggend fietspad in het fietspaden plan op te nemen. Nu wordt daaraan ter concretisering van het plan gestalte gegeven. Gebleken is dat de portefeuillehouder veel werk heeft verricht. Door de bewoners van de Verloren Hoek en de Westhoek i.e., de belang hebbenden, is zeer positief gereageerd. Zij willen daar graag een fietspad aan twee zijden tot aan de Verloren Hoek. Ook de adviezen van de rijks politie en van het technisch bureau zijn daarover zeer positief. Het is dus duidelijk dat het er snel moet komen. Aan de CDA-fractie zal het niet liggen. Zijn fractie hoopt alleen dat alle grondeigenaren medewerking zullen geven om snel tot resultaat te kunnen komen. Mevrouw Schalk vindt het ook een goed plan, al ware het wenselijker geweest dat het over de hele lengte dubbelzijdig zou zijn. Haar fractie kan er mee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 207