- 15 -
nemen van het meerjaren-investeringsplan. Dus hebben zij met ons kunnen
constateren, dat er nog veel werk te doen is in de komende jaren. Wat ons
betreft dus geen tijd voor dit onzinnige zaken.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, kunnen wij, na deze algemene
beschouwingen, de eerste in deze samenstelling van de raad, constateren dat
de samenwerking met het college en de coalitiepartner goed is. Dit mag ook
wel blijken uit het feit dat wij weinig vragen hebben gesteld bij uw ant
woorden in de zin van: nog dit jaar, zo snel mogelijk en binnenkort. Wij
gaan er vanuit dat toezeggingen door het college gedaan na gekomen zullen
worden. Ook de verhouding met de andere partners in deze raad is goed. Men
respecteert eikaars standpunten en waardeert deze ook al zijn wij het niet
altijd met elkaar eens.
De voorzitter geeft het woord aan de woordvoerder van het CDA, de heer
Lotstradie zijn betoog als volgt aanvangt:
"Het CDA heeft met instemming kennis genomen van de antwoorden van het
college op hetgeen wij in eerste termijn hebben gesteld.
Niettemin wensen wij nog op enkele onderdelen van uw antwoorden te reageren.
Bestuursorganen
De relatie Prinsenbeek/Breda dient, naar onze mening, thans de hoogte
prioriteit te hebben. Niet alleen voor de bestuurlijke problematiek van
Breda en de stadsrandgemeenten, moet een oplossing worden gevonden, maar ook
voor de Volkshuisvestings- en Ruimtelijke Ordeningsproblematiek. De ont
wikkelingsvisie Heilaar/Steenakker, die zeer recent door de gemeente Breda
openbaar is gemaakt, lijkt gebaseerd op annexatie van Prinenbeeks grond
gebied ten oosten van de A-16. Nu zo direct aanspraak wordt gemaakt op
grondgebied van Prinsenbeek, dienen de raad en het college zo snel mogelijk
actief te reageren op deze ontwikkelingsvisie en niet alleen passief de
ontwikkelingen af te wachten. Het CDA blijft echter van mening dat moet
worden gepoogd de eerder genoemde problemen van Breda in goed overleg en op
basis van gelijkwaardigheid op te lossen. Indien dit echter door een
autoritaire, dicterende opstelling van de gemeente Breda onmogelijk blijkt
en de ontwikkelingsvisie Heilaar/Steenakker doet echter het ergste
vrezen - dan zal naar een andere aanpak moeten worden gezocht al dan niet
samen met de bedreigde randgemeenten.
Het CDA verzoekt het college in dit verband de reactie van de gemeente Breda
op onze structuurschets zo spoedig mogelijk en bij voorkeur a.s. maandag in
de commissie algemene zaken c.a. te bespreken met de overige raadsleden. Wat
spreker betreft niet alleen als toehoorder. De opmerkingen over de uit
breiding van de samenwerking in Stadsgewestelijk verband betreffen de
pogingen die binnen het Stadsgewest in toenemende mate ondernomen moeten
worden, om de volkshuisvestingsproblematiek van Breda en de randgemeenten op
te lossen. Aan de randgemeenten zullen meer woningen moeten worden toe
gewezen, hetgeen ten koste zal gaan van de toewijzing aan andere stads
gewestelijke gemeenten die niet in hun voortbestaan bedreigd worden. Op onze
suggestie om voorlopig in het gemeentehuis geen investeringen te doen, is
door u niet gereageerd.
Wij geven u nogmaals in overweging de aanpassingen uit te stellen totdat
duidelijkheid is verkregen over eventuele verbouwing c.q. uitbreiding. Het
spreekt wel vanzelf dat normaal onderhoud moet worden uitgevoerd.
Politie
Uit het feit dat het CDA in de eerste termijn geen melding heeft gemaakt van
het Halt-project, mag niet worden afgeleid dat dit project door het CDA niet
warm wordt bejegend. Integendeel, wij delen ook uw mening dat het Halt
project ook na de experimentele fase moet worden voortgezet. Verzoeken dien
aangaande zullen ook door het CDA positief worden ondersteund.
Handel en ambachten:
Zoals in de eerste termijn is gesteld, wachten wij met belangstelling op de
aangekondigde marktverordeningUw college is echter niet ingegaan op onze
opmerking, dat naar de mening van het CDA, in de marktverordening ook aan
dacht moet worden besteed aan standplaatsen buiten de reguliere markt om.