- 3 -
De heer van der Hilst heeft een gevoel van vreugde en voldoening, dat de
nieuwe woningstichting gaat functioneren. Drie bestaande stichtingen worden
opgeheven en hij hoopt, dat alles binnenkort goed van de grond komt. Spreker
gaat er vanuit, dat de concept-overeenkomst juridisch waterdicht is. Er is
inmiddels ook al een voordracht gedaan voor het nieuw te vormen bestuur. Er
moeten nog huurders bijkomen om dit bestuur voltallig te maken en hij hoopt
dat dit snel en democratisch zal geschieden. Met de financiële afwikkeling
gaat zijn fractie ook akkoord. Er vindt een terugrekening plaats van het
tijdstip van overdracht naar 31 december 1989 en dit zal bij elkaar een
behoorlijk rentebedrag zijn, dat alsnog moet worden vergoed. De overdracht
behelst een bedrag van 4 tot miljoen van de gemeente naar de woning
stichting. Als gemeentebestuur zou spreker nog graag een vinger in de pap
willen hebben en hij voelt dan ook veel voor het voorstel van de heer
Lotstra om te bekijken of het mogelijk is om bij statutenwijziging toestem
ming van de gemeenteraad te vragen.
Tot slot wenst hij de nieuwe stichting veel wijsheid en succes toe.
De heer Rasenberg zegt blij te zijn, dat de drie stichtingen opgaan in de
nieuwe Woningstichting Prinsenbeek. Hij heeft begrepen, dat er een reserve
aanwezig is van 43£ miljoen tegenover een schuld van 1,6 miljoen. De schuld
van 1,6 miljoen wordt nu ingelost, zodat 2,9 miljoen zal worden overgemaakt
naar de nieuwe stichting. De rente zal met terugwerkende kracht worden ver
goed en het percentage zal worden aangepast. Spreker hoopt, dat de bewoners
goed in het bestuur zullen worden opgenomen en de nodige inspraak zullen
hebben en dat het bestuur adequaat zal reageren op de vraag naar volkshuis
vesting van de gemeente Prinsenbeek en wenst hen tot slot veel succes toe
met een democratische toewijzing van het woningbezit in Prinsenbeek.
De heer Schreiner juicht, dat eindelijk de woningstichting van de grond is
gekomen. Gemeenschapsbelang is bijna 20 jaar bezig met deze zaak van de
grond te krijgen. Spreker gaat volledig akkoord met de inhoud van het voor
stel, maar gaat er wel vanuit, dat de woningen in goede staat worden over
gedragen en dat de klachten die momenteel nog aanwezig zijn, worden op
gelost. Deze belofte is vorig jaar gemaakt en hij rekent erop, dat deze zal
worden nagekomen.
De heer Lotstra zegt wat minder juichend te zijn en heeft gemengde gevoelens
met betrekking tot het gehele voorstel. Hij stelt voorop, dat zijn fractie
niet tegen het voorstel zal stemmen. Enerzijds verdient de procedure niet de
schoonheidsprijs. Er zijn wat zaken de revue gepasseerd, die wederzijds
irritaties hebben veroorzaakt. Anderzijds vindt spreker het onjuist om als
gemeente te onderhandelen met een groep mensen, die feitelijk geen status
heeft en geen onderhandelingspartner is.
De gevoelens zijn gemengd, gelet op het feit dat volgens de richtlijnen het
draagvlak van de stichting ook niet zodanig is, dat het een goed werkende
stichting garandeert.
Zijn fractie heeft in het verleden ook gepropageerd dat alles moest worden
samengevoegd en het zou dan ook van een grote inconsequentie getuigen om nu
tegen te steramen.
Tijdens de commissievergadering algemene zaken c.a. heeft spreker een vraag
gesteld met betrekking tot de statutenwijziging en wil hieraan nu nog een
vraag koppelen. In het verleden werd over de benoeming van nieuwe bestuurs
leden in de raad gestemd. Spreker vindt het belangrijk, dat er een band
blijft bestaan tussen gemeente en woningstichting, welke weliswaar minder
vast is dan in het verleden, maar die toch een bepaalde waarde heeft en moet
kunnen hebben. De gemeente en de stichting hebben elkaar toch nodig. Dit kan
bijvoorbeeld door de raad een lid van het bestuur te laten aanwijzen danwel
de voordracht door de raad te laten goedkeuren en om een statutenwijziging
in overleg of na goedkeuring door de raad door te voeren.
Hij wil nu reeds zeggen, dat dit geen breekpunt is maar meer een roepen
achteraf
De voorzitter constateert, dat de volledige raad zich kan vinden in het
voorstel van het college tot overdracht van het gemeentelijk woningbezit.
Tussen niet-juichen en niet-verzetten-tegen zit een groot middenveld en
daarin bevindt zich de CDA-fractie.
Het is correct wat de heer van der Hilst stelt, met uitzondering van het