- 14 -
Bij interruptie zegt de heer Franken dat hij het niet meer kan volgen.
Tijdens de commissievergadering stelt de heer Rasenberg voor om te komen tot
een tussenoplossing en nu is dat blijkbaar niet meer aan de orde.
Wethouder van Geel denkt dat het misschien politieke overwegingen zijn, die
tot dit soort uitspraken leiden.
De heer Rasenberg zegt bij interruptie, dat tijdens de commissievergadering
niet bekend was in welke problematiek Araor Musae zou komen door deze
situatie. Daarna is erover gesproken en nu komen andere feiten aan de orde.
De vraag dringt zich nu op op welke manier de jeugd muzikale vorming gegeven
kan worden. Als deze verordening aangenomen wordt, ontstaat er geen duide
lijkheid, want ze worden gewoonweg teruggestuurd naar Amor Musae waar geen
plaats is.
Wethouder van Geel ontkent de stelling van de heer Rasenberg. Tijdens de
commissievergadering was al bekend, dat er een wachtlijst is. In zijn alge
meenheid geldt, dat deze verordening kan doorgaan zonder dat dit individuele
belemmeringen met zich zal brengen.
Het lijkt hem verder niet wenselijk om nog een jaar te wachten, omdat het
college er in ieder geval van overtuigd is dat de f. 20.000,zal worden
bereikt wat de subsidie betreft.
Wat betreft de terugbetalingsregeling geeft spreker de heer van der Hilst
gelijk, dat er ingeval van overmachtssituaties het college dit moet kunnen
beoordelen
Bij interruptie vult de heer Lotstra nog aan, dat het zaak is om volgend
jaar tijdig deze zaak in de commissies aan de orde te stellen. Op deze
manier wordt voorkomen, dat in de commissievergadering het een en tijdens de
raadsvergadering het ander wordt gedaan. Het is ook zaak om de raad tijdig
te informeren en op de hoogte te houden van de ontwikkelingen dienaangaande
omdat het waarschijnlijk problematisch zal gaan verlopen.
Wethouder van Geel geeft de heer Lotstra hierin gelijk. De ontwikkelingen
gaan in dit opzicht erg snel.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
13. Voorstel tot (her-)benoeming van leden van de Monumentencommissie
Prinsenbeek
De heer van der Hilst vindt het prima dat er een nieuwe monumentencommissie
komt in Prinsenbeek, maar heeft enige moeite met de samenstelling voor wat
betreft de invulling van de voorzitter. Een paar jaar geleden had hij het
zelfde bezwaar, maar toen werd opgemerkt dat de desbetreffende wethouder
dermate ingevoerd was in de monumenten van Pri-nsenbeek, dat hij voorzitter
moest kunnen zijn en van het onafhankelijkheids-principe afgestapt moest
worden
Gezien de onafhankelijkheid van de commissie zou spreker liever zien, dat de
wethouder hierin geen zitting neemt analoog aan de Beheerscommissie Eikebos.
De voorzitter vraagt de mening van de andere fracties, want deze suggestie
kan zijns inziens namelijk als amendement worden opgevat.
De heer Lotstra deelt mede het niet eens te zijn met de heer van der Hilst.
De heer Franken kan hiermede ook niet akkoord gaan.
De voorzitter stelt vast, dat de suggestie van de heer van der Hilst geen
weerklank vindt bij de collegae van de andere fracties.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.