- 2 -
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
2. Onderzoek geloofsbrieven en toelating nieuw benoemde raadsleden.
De voorzitter benoemt ingevolge het reglement van orde tot commissie van
onderzoek de heren de Hoon, Verpaalen en van Bueren en ter assistentie de
secretaris
Namens de commissie zal een rapporteur een voorstel doen aan de raad. De
raad kan hierna onmiddellijk besluiten.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na 5 minuten heropent de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan
de rapporteur, de heer de Hoon.
De heer de Hoon zegt dat de commissie van onderzoek de geloofsbrieven en de
bijbehorende stukken heeft onderzocht en in orde bevonden. Alleen de stukken
behorende bij de geloofsbrief van mevrouw Schalk zijn niet compleet, omdat
een uitreksel uit het bevolkingsregister ontbreekt. Als zij dit binnenkort
overlegt is ook dit akkoord.
De heer van Geel zegt dat op de geloofsbrief staat: "tenzij de benoemde op
het tijdstip van benoeming reeds lid van het vertegenwoordigend orgaan was
legt hij tevens een uittreksel uit het persoonsregister over waaruit zijn
woonplaats, plaats van geboorte blijken". Mevrouw Schalk is reeds lid van de
gemeenteraad en hoeft dus geen uittreksel over te leggen.
De voorzitter constateert dat derhalve alles in orde is en dat er geen
bezwaar tegen toelating is.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten, alle nieuw benoemde leden toe te
laten.
3a. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 22 februari
1990.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
worden de notulen ongewijzigd vastgesteld.
3b. Verslagen commissievergaderingen, gehouden in verband met de raadsver
gadering van 29 maart 1990.
Naar aanleiding van het verslag van de commissievergadering welzijn merkt de
heer van Geel op dat hij bij punt 14 een opmerking heeft gemaakt inzake het
plaatsen van onder andere banken. Het antwoord van de wethouder staat niet
in het verslag vermeld, maar die heeft hem wel verzekerd dat de banken tij
dig geplaatst zullen worden en dat er ook aandacht besteed gaat worden aan
het op de plaats houden van het grint.
Wethouder Dirven heeft dat laatste niet gezegd, maar wel dat hij dit door
zal geven aan de betreffende portefeuillehouder.
De voorzitter zegt dat bij voorstel 15 in datzelfde verslag staat "hij heeft
er geen bezwaar tegen dat een strook grond als proef voor het uitlaten van
een honden wordt ingericht". Dit is uiteraard in strijd met de door de raad
in deze vastgestelde Algemene Politieverordening.
De heer van Bueren zegt dat uit het verslag van de commissie financiën bij
punt 18 geconcludeerd zou kunnen worden dat hij constateert dat er in dat
geval sprake is van nieuw beleid. Wat hij heeft gezegd is dat hij het uit de
pot van het nieuwe beleid heeft gehaald. Dat is iets anders dan er staat.
De voorzitter zegt dat alles aldus zal worden gewijzigd.