- 2 -
1. Opening.
Te 19.30 uur opent de voorzitter de vergadering met gebed.
2. Beëdiging raadsleden.
De voorzitter zegt, dat er twee eden of twee beloften afgelegd zullen moeten
worden
De eerste is de zuiveringseed of -belofte en de tweede is de ambtseed of
-belofte. Degenen, die de eed afleggen zullen, nadat de tekst van deze eed
is voorgelezen, antwoorden "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig" en degenen,
die de belofte afleggen, zullen antwoorden "Dat verklaar en beloof ik".
Bij de tweede eed zegt men weer "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig" en
wordt de belofte afgelegd, dan zegt men "Dat beloof ik".
Vervolgens verzoekt de voorzitter de leden op de staan en leest de eed/
belofte van zuivering voor, die als volgt luidt:
"Ik zweer/verklaar, dat ik, om tot lid van de raad te worden benoemd,
directelijk of indirectelijk, aan geen personen, onder wat naam of voor
wendsel ook, enige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer/beloof,
dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van
niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of
indirectelijk.
De leden de Craen, Franken, van Hoek-Nijkamp, Hoelen-LamersLotstra, Oomen,
Overboom, Rasenberg, Reijnen-KremersSchreiner en Verkooijen-de Graauw
zeggen daarna achtereenvolgens: "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig" en de
leden van Geel, Geuze, van der Hilst en Schalk-Fabrie zeggen daarna
achtereenvolgens: "Dat verklaar en beloof ik".
Daarna leest de voorzitter de ambtseed/belofte voor:
"Ik zweer/beloof trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks en dat ik
de belangen der gemeente Prinsenbeek met al mijn vermogen zal voorstaan en
bevorderen
De leden de Craen, Franken, van Hoek-NijkampHoelen-Lamers, Lotstra, Oomen,
Overboom, Rasenberg, Reijnen-KremersSchreiner en Verkooijen-de Graauw
antwoorden daarop met: "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig" en de leden van
Geel, Geuze, van der Hilst en Schalk-Fabrie antwoorden daarop met: "Dat
beloof ik".
Vervolgens spreekt de voorzitter de raad als volgt toe:
"Dames en heren, leden van de raad.
Een woord van gelukwens aan u allen met uw benoeming tot lid van deze raad,
het hoogste openbaar bestuurscollege op het lokale niveau.
Een uitverkiezing met grote verantwoordelijkheidsplicht.
Middels de verkiezing op 21 maart j.l. heeft de bevolking van Prinsenbeek te
kennen gegeven aan wie zij voor de komende vier jaar haar vertrouwen wenst
te geven op grond van - naar ik mag aannemen - gedane beloften c.q. gewekte
verwachtingen en het is aan u deze waar te maken.
Het raadslidmaatschap is boeiend, doch vraagt veel van uw toch krappe vrije
tijd, vereist grote inzet en appeleert in wezen ook aan een gevoel van een
zich flexibel kunnen en willen opstellen.
Bovendien is het hebben en houden van een goede, eerlijke sfeer binnen uw
bestuurscollege van groot belang voor de beraadslagingen en besluitvorming.
Ten opzichte van de raad, waarvan ik op 26 april j.l. afscheid nam, heb ik
ook om die reden mijn grote voldoening en erkentelijkheid uitgesproken.
Ik wens uw raad veel arbeidszin en wijsheid toe en ik hoop, dat deze - voor
mij de laatste bestuursperiode met u - een even zo prettige zal mogen zijn
als de voorgaande."