- 7 -
de heer J.A. de Craen;
de heer C.A. Franken;
mevrouw DrsA.J.H.W. Hoelen - Lamers;
de heer J.Th.M. Rasenberg;
mevrouw M. Schalk - Fabrie
wordt bij acclamatie besloten.
Vervolgens stelt de voorzitter de benoeming van leden van de commissie voor
Georganiseerd Overleg, de commissie voor Sociale Zekerheid, de commissie
Inschrijving Woningzoekenden, de Beheerscommissie Eikebos, Stichting Bejaar
denhuisvesting Prinsenbeek en de Gewestraad Stadsgewest Breda aan de orde.
Vervolgens wordt bij acclamatie besloten te
benoemen tot leden van de commissie Georgani
seerd Overleg:
mevrouw M.H. Overboom (plv.mevrouw A.R. van
Hoek - Nijkamp);
mevrouw A.C.M. Verkooijen - de Graauw (plv.:
mevrouw T.P. Reijnen - Kremers);
de heer J.C. van der Hilst (plv.: de heer
M.L. Geuze).
Vervolgens wordt bij acclamatie besloten te
benoemen tot leden van de commissie Sociale
Zekerheid:
mevrouw T.P. Reijnen - Kremers (plv.: mevrouw
A.C.M. Verkooijen - de Graauw);
de heer J.A. de Craen (plv.: mevrouw Drs.
A.J.H.W. Hoelen - Lamers);
de heer M.L. Geuze (plv.: de heer J.Th.M.
Rasenberg
Vervolgens wordt bij acclamatie besloten te
benoemen tot leden van de commissie Inschrij
ving Woningzoekenden:
mevrouw A.R. van Hoek - Nijkamp (plv.: de heer
J.A. de Craen);
de heer C.A. Franken (plv.: de heer B.G.C.
Schreiner
mevrouw M. Schalk - Fabrie (plv. de heer
J.C. van der Hilst).
Vervolgens wordt bij acclamatie besloten de
heer Mr. A.J.M. Lotstra te benoemen tot lid
van de Beheerscommissie Eikebos.
Vervolgens wordt bij acclamatie besloten, dat
de voordracht voor een zetel in het bestuur
van de Stichting Bejaardenhuisvesting Prinsen
beek zal bestaan uit mevrouw A.C.M. Verkooijen
- de Graauw en mevrouw Drs. A.J.H.W. Hoelen -
Lamers
De heer Rasenberg zegt dat tijdens de besprekingen tussen de coalitie
partners duidelijk is geworden, dat afgezien wordt van een Prinsenbeekse
vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur van het Stadsgewest. Dit in af
wijking van de destijds daarover gemaakte afspraken tussen de P.T.T.-
gemeenten. In de komende jaren komen veel zaken aan de orde met betrekking
tot het functioneren van Breda als stedelijk knooppunt. Het aantasten van de