g. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op het raadsbesluit d.d. 21 decem
ber 1989 tot verkoop van de woningwetwoning Frankenlaan 15;
h. 3 besluiten van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 en
17 april 1990 tot het verlenen van een garantie voor een geldlening
voor de aankoop van een woning;
i. Brief d.d. 25 april 1990 van de Bond tot bescherming van honden met
verzoek tot opgave van plaatsen in de gemeente waar en vanneer honden
kunnen worden uitgelaten;
j. Verzoek d.d. 19 april 1990 van het Nederlands Instituut voor Alcohol en
Drugs om aandacht voor het voeren van een gemeentelijk alcoholmati
gingsbeleid;
k. Boekje "Veilig Verkeer in Gemeenten" van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat in het kader van de actie - 25Z;
1. Notulen vergadering Beheerscommissie Eikebos d.d. 17 april 1990;
m. Brief d.d. 5 mei 1990 van de Stichting Bejaardenhuisvesting Prinsenbeek
inzake opvulling vacature in bestuur;
n. Brief d.d. 11 april 1990 van de heer A. van Meurs, Molenstraat 70,
alhier, met verzoek om het nemen van maatregelen inzake de kruising
Molenstraat-Vianendreef
o. Bezwaarschrift d.d. 7 april 1990 van de heer W. Ligtvoet, Haagweg 458
te Breda inzake weigering van bouwergunning voor een schuilgelegen-
heid
p. Nadere informatie d.d. 10 april 1990 van het buro slachtofferhulp Breda
Stadsgewest inzake de subsidieverlening.
De heer de Craen zegt naar aanleiding van stuk i. dat weliswaar de Algemene
Plaatselijke Verordening op 25 augustus 1988 is aangepast maar dat deze
aanpassing aan geeft waar het verboden is honden uit te laten. Deze brief
echter heeft nu juist de bedoeling om aan te geven waar de honden wel
uitgelaten kunnen worden. Zijn fractie stelt voor dat het college minimaal
drie plaatsen aangeeft, bij wijze van proef, waar hondenbezitters hun hond
kunnen uitlaten. Aangezien dit in de regio dit ook goed werkt, stelt zijn
fractie voor om dit in Prinsenbeek ook eens te proberen.
De heer Schreiner sluit zich daar volledig bij aan. Tevens wil hij van deze
gelegenheid gebruik maken om te informeren naar de evaluatie van de Algemene
Plaatselijke Verordening. Toen deze verordening gewijzigd werd, is afgespro
ken dat er na een jaar geëvalueerd zou worden.
De voorzitter stelt dat de heer de Craen nu de A.P.V - die na veel discussie
nog niet zo lang geleden is geaccepteerd - in zekere zin op de helling zet,
door enerzijds te stellen dat de honden niet uitgelaten mogen worden en
anderzijds bij wijze van proef te zeggen waar dit wel kan. Dit zal door het
college worden onderzocht, waarbij bekeken zal worden of dit mogelijk is en
zo ja, waar het mogelijk is en hoe dit omgeven moet worden met de nodige
waarborgen. Van de door de heer Schreiner bedoelde evaluatie van de A.P.V.
staat hem niets bij. Het enige dat gewijzigd is, is een eventuele aanscher
ping van het bordeelverbod en de hondenkwestie.
Volgens de heer Schreiner heeft zijn fractie indertijd een motie ingediend,
met daarin een aantal ideeën voor uitlaatplaatsen voor honden. Toen is met
name op het gebied van de honden gezegd dat er na een jaar een evaluatie zal
komen.
De voorzitter zegt dit toe waarbij uiteraard de motie van Gemeenschapsbelang
meegenomen zal worden bij het zoeken naar de juiste locaties.
De heer Rasenberg is het, naar aanleiding van stuk n., met de heer van
Meurs eens dat dit een moeilijk kruising is, vooral voor mensen die er
vreemd zijn. Aan twee kanten van het kruispunt staan voorrangsborden. Daar
door wordt het eigenlijk een gelijkwaardige kruising. Wat denkt het college
hieraan te doen.
De heer Schreiner zou graag de afdoening van deze brief meenemen bij de
evaluatie van de verkeersringWanneer dit echter een nijpend punt is dan is
zijn fractie er voor dit eerder af te werken. Wel zou hij graag de resul
taten of de besluiten willen vernemen via de commissie openbare werken of in
de gemeenteraad.
