de kandidaat bereid is om zich kandidaat te stellen voor het D.B.-lidmaat- schap. En is de kandidaat bereid wanneer die verkozen wordt om als D.B.-lid te functioneren. De heer Franken zegt dat dit punt uitvoerig is besproken tijdens de onderhandelingen. Hij ondersteunt de woorden van de voorzitter dat besturen een continue proces is. Hij is ervan overtuigd dat er enige mate van kennis aanwezig moet zijn om te kunnen besturen. Mede daarom wenst zijn fractie de heer Oomen en mevrouw Reijnen de wijsheid toe. De zes leden bepalen wie er zitting neemt in het Dagelijks Bestuur. Hij verwerpt de bewering van de heer van der Hilst dat de kandidaten niet zouden durven of niet in staat zouden zijn om dit lidmaatschap te vervullen. Bij interruptie zegt de heer van der Hilst niet gezegd te hebben dat de mensen niet bereid zouden zijn, kunnen of durfen. Wanneer gesteld wordt dat bestuurlijke ervaring continuïteit vereist waarom wordt een nieuw raadslid dan wel tegelijkertijd als Stadsgewestelijke afgevaardigde voorgesteld. Zou het niet beter zijn om iemand met vier jaar ervaring in de raad af te vaardigen. De heer Lotstra staat achter de motivering van de voorzitter. Hij heeft geen behoefte aan het verderstrekkend voorstel van de V.V.D./P.v.d.A. De voorzitter zegt dat ook het college totaal geen behoefte heeft aan het verderstrekkend voorstel zoals dat is geformuleerd door de heer Rasenberg en brengt vervolgens de benoeming van de heer Oomen als lid van de Stadsge westelijke raad in stemming. Uit de schriftelijke stemming blijkt dat de heer Oomen met 15 stemmen voor is benoemd tot lid van de Stadsgewestelijke Raad. De voorzitter brengt vervolgens in stemming de benoeming van de heer Van Geel tot plaatsvervangend lid voor de heer Oomen. Uit de schriftelijke stemming blijkt dat de heer van Geel met 15 stemmen voor is gekozen als plaatsvervangend lid in de Stadsgewestelijke Raad. De voorzitter stelt nu aan de orde de benoeming van de heer Van der Hilst tot plv. lid van mevrouw Reijnen in de stadsgewestelijke raad. De heer van der Hilst zegt dat dan de besluitenlijst van 1 mei moet worden aangepast want daarin staat zijn benoeming al vermeld. Het is inderdaad juist dat dit toen niet gebeurd is maar het staat wel in de besluitenlijst. De heer Schreiner zegt dat in de vergadering van 1 mei is voorgesteld om de heer van der Hilst als plv. lid te benoemen. De voorzitter zegt dat hierover gestemd had moeten worden. Bij acclamatie wordt vervolgens als plaatsvervangend lid voor mevrouw Re ij en benoemd de heer van der Hilst. 7. Voorstel tot het toekennen van geldelijke steun voor de renovatie van 9 wonineen in Gertrudisoord Mevrouw Overboom zegt dat Prinsenbeek behoefte heeft aan goede bejaarden woningen. Er is echter een krap woningcontingent in Prinsenbeek. Vanuit de diverse bevolkingsgroepen is er een druk op de woningmarkt. Door dit raads voorstel kan gekomen worden tot goede bejaardenwoningen en krijgt men kwalitatief goede woningen. Daarom heeft haar fractie enige tijd geleden ook ingestemd met de renovatie van 30 woningen. Men gaat nu ook van harte akkoord met de renovatie van de laatste 9 woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 89