- 4 - en begrijpt uit haar woorden, dat er te zijner tijd toch wel knopen door gehakt moeten worden, met name voor wat betreft de toeslag van f. 3,22. De heer Franken spreekt zijn verontrusting uit over het mislukken van het project bollenparkjesAls Breda zo graag de kar wil trekken en het op een dergelijke wijze laat mislopen, dan voldoet Breda niet aan zijn verplichtin gen. Mevrouw Schalk vraagt zich bovendien af wie er voor de kosten opdraait van het mislukken van dit project? Mevrouw Reijnen antwoordt, dat de oorzaak van het mislukken in Breda meer te wijten is aan de bevolking van Breda dan aan de gemeente. Er vindt geen uit breiding van de bollenparkjes plaats, alvorens er een definitief contract afgesloten is met de firma die het nu in handen heeft. De kosten die tot nu toe zijn gemaakt, komen voor rekening van degene die de bollenparken heeft geplaatst De voorzitter stelt voor om de opmerkingen van mevrouw Schalk en de heer Franken via mevrouw Reijnen ter kennis van de Gewestraad te laten brengen. 5. Voorstel inzake rapport Werkgroep Bestuurlijke Ontwikkelingen "Samen verder, met Prinsenbeek, in de Stadsregio Breda". De voorzitter zegt, dat naar aanleiding van het rapport Konijnenbelt, door de gemeenteraad van Prinsenbeek een bestuurlijke werkgroep is ingesteld om ditraede te vertalen naar de gemeente Prinsenbeek en te kijken hoe de gemeente Prinsenbeek, gelegen binnen die stadsregio, een bijdrage zou kunnen leveren aan de totale ontwikkeling van de stadsregio. Hijzelf had het genoegen om deze werkgroep voor te zitten en een aantal maanden is hard en voortvarend gewerkt onder leiding van de heer NieuwenhuizenIn de vorige vergadering heeft de voorzitter al gezegd, dat over elke komma en elke letter is nagedacht en het college denkt, dat dit raport voor de toekomst goede aanknopingspunten kan bieden voor wat betreft de positie van de gemeente Prinsenbeek in de stadsregio, met name in de relatie met de gemeente Breda. De heer Lotstra zegt dat de titel reeds impliceert dat als uitgangspunt gehanteerd wordt het behoud van de zelfstandigheid van de gemeente Prinsen beek. Het rapport is een goede positionering van Prinsenbeek en moet dienen als leidraad voor de verdere ontwikkelingen en besprekingen die nog te wachten staan, zowel in stadsregionaal-stadsgewestelijk verband als in - met name - de specifieke relatie tot de gemeente Breda. Inhoudelijk heeft spreker weinig aan het rapport toe te voegen. De CDA-fractie kan zich vol ledig vinden in de strekking van het rapport, maar met name ook in de conclusies en aanbevelingen van het rapport. De heer Geuze staat ook positief tegenover regionale ontwikkelingen omdat die ook in het belang van de gemeente Prinsenbeek zijn. Het voorbehoud dat de WD-fractie heeft gemaakt, heeft betrekking op de vorm waarin de boven lokale zaken afgehandeld dienen te worden. De stadsregioraad zou gaan opereren naast het Stadsgewest en hij heeft toen uit de krant geciteerd, dat men in Den Haag er kennelijk ook zo over denkt. In de samenvatting van de hoofdpunten van de Nota Bestuur op Niveau II heeft spreker gelezen dat men het in Den Haag ook een ongewenste bestuursverdichting voor deze regio vindt. Met dit voorbehoud stemt de WD-fractie met het voorstel in. De heer van der Hilst gaat van harte akkoord met de acht besluiten zoals die aan het eind van de nota staan verwoord. Als laatste van de acht stadsregio gemeenten geeft Prinsenbeek met deze nota een inhoudelijke reactie. Enkele maanden geleden heeft men zich al uitgesproken over het mogelijk maken van een zogenaamde interimwet, waarmede het kabinet de verschillende groei processen naar bestuurlijke samenwerking in de stedelijke gebieden kan ondersteunen. Nu op dit moment wordt een inhoudelijk oordeel gevraagd van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 106