- 7 - 7. Voorstel inzake voorbereidingsbesluit tot herziening van het bestemmings plan Buitengebied ten behoeve van de glastuinbouw. De heer Lotstra zegt, dat de CDA-fractie het voorstel van harte onder steunt. De glastuinbouw maakt een ontwikkeling door die niet tegen te houden is en nu gereguleerd dient te worden met als uitgangspunt de bij de notitie gevoegde tekeningen en daarop vermelde kaders waarbinnen de glastuinbouw mogelijk zal zijn. Het is goed dat dit besluit nu reeds genomen wordt, zodat de ontwikkelingen het beste kunnen worden gereguleerd. Een eventuele uitbreiding aan de Weimersedreef is op dit moment nog te prematuur. Dat kan nog altijd aan de orde komen bij de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan. Het college dient iedere aanvraag zorgvuldig te toetsen en daarbij mede te nemen de thans terzake geldende strenge milieu-eisen. De heer Geuze kan het betoog van de heer Lotstra in grote lijnen onder schrijven, doch wil echter wel benadrukken, dat het hier een voorbereidings besluit betreft en nog niet de inhoudelijke herziening van het bestemmings plan. De commissie algemene zaken c.a. zal in overleg met de stedebouw- kundige hierover nog wel spreken. In die commissie heeft de WD-fractie reeds een aantal opmerkingen gemaakt die echter nog niet concreet waren. De tijd hiervoor komt nog. De heer van der Hilst is niet echt blij met de verruiming van de mogelijk heden voor kassenbouw in het buitengebied. Hij ziet liever vollegronds- tuinbouw in het buitengebied dan glaswarenhuizen. Zijn voornaamste bezwaar richt zich tegen de belemmering van het uitzicht. Ondanks tegenstrijdige berichten heeft hij ook milieu-bezwaren, o.a. hoog energieverbruik en kunstmatige en versnelde teelt van gewassen. Van de andere kant heeft hij ook begrip voor de ontwikkelingen die zich voordoen, zoals de steeds toenemende vraag naar glastuinbouw en de dreigende versnippering van glastuinbouw over de verschillende lokaties in de gemeente. Vandaar dat de PvdA-fractie toch wil meewerken aan deze herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Op deze wijze kan men immers de ontwikkeling van de glastuinbouw terwille zijn en anderzijds wildgroei voorkomen. Met de beide voorgestelde gebieden is hij het eens, maar wel dient de begrenzing van de gebieden nog eens goed bekeken te worden in het land schap. Al te rechtlijnige begrenzingen verhouden zich namelijk slecht tot de natuurlijk begrenzingen van de percelen. Binnen de twee nu aangewezen gebieden dient zich de ontwikkeling van de glastuinbouw naar zijn idee te concentreren. De PvdA-fractie is er tegen stander van om buiten deze twee lokaties glastuinbouw te gedogen en speciaal voor wat betreft de kernrandzone dient onder geen enkele voorwaarde glas tuinbouw nog te worden toegestaan zoals in het verleden helaas al te veel is gebeurd Mevrouw Reiinen zegt, dat vorig jaar tijdens de behandeling van de begroting 1991 de wens werd uitgesproken om dit jaar het bestemmingsplan Buitengebied °P een aantal punten aan te passen, onder andere om stringente voorwaarden te verbinden aan de bouw van kassen. Dat het bestemmingsplan Buitengebied, gezien de ontwikkeling in de regio en gezien het ontbreken van voorwaarden om wildgroei in het buitengebied tegen te gaan, aanpassing behoeft zal niemand ontkennen. Bij de behandeling van de notitie inzake verruiming van mogelijkheden voor kassenbouw in het buitengebied is de eerste stap naar aanpassing gezet. Gesproken is toen slechts over de twee in kaart gebrachte gebieden. Er vanuit gaande, dat de notitie in een verder uitgewerkte vorm wederom ter bespreking aan de commissie algemene zaken c.a. zou worden aan geboden om zo tot invulling van de voorwaarden voor het bestemmingplan te komen, is men akkoord gegaan met de notitie. Echter, de notitie leidde tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 109