p
- 10 -
fiets- en voetpad.
De heer Franken kan zich volledig aansluiten bij de opmerkingen van de heren
Rasenberg en de Craen voor wat betreft de aanleg van het voetpad.
Hij kan zich zeker niet vinden in de woorden van de heer van der Hilst, die
stelt dat het station een achteruitgangetje heeft. Indertijd is dit station
aangelegd en toen was de fractie van Gemeenschapsbelang al de mening
toegedaan, dat het aantal parkeerplaatsen te weinig was. Nu blijkt dit dan
ook. Daarom is het een goede zaak, dat er overgegaan wordt tot een betere
beveiliging en een betere bereikbaarheid voor de voetganger.
Wethouder Oomen weet niet goed hoe een fietser belemmerd moet worden om van
het voetpad gebruik te maken. In het huidige voorstel is hiervoor al wel een
maatregel genomen, maar of dit voldoende zal zijn weet hij niet.
Over het algemeen kan hij zeggen, dat de uitbreiding van het aantal
parkeerplaatsen al een vooruitlopen is op de ontwikkelingen met betrekking
tot de Verkeer- en Vervoerregio waarvan Prinsenbeek ook lid is. Deze
uitbreiding past in de zogenaamde 'park and ride' nota.
Spreker zal bekijken of de begroeiing aangepast kan worden, maar hij moet er
wel op wijzen dat dit eigendom is van Rijkswaterstaat en pas 1 januari 1993
overgaat naar de gemeente Prinsenbeek.
De verlichting zal optimaal worden, maar hij weet niet of dit krediet dan
toereikend zal zijn. Mocht dit niet zo zijn, dan komt spreker graag bij de
raad terug.
Spreker begrijpt niet, dat de heer van der Hilst zo spreekt over zijn eigen
gemeente Prinsenbeek. Hij diskwalificeert hiermede een mooi dorp met meer
dan 10.000 inwoners.
Verder neemt hij goede nota van de gemaakte opmerkingen.
De heer de Craen kan zich voorstellen, dat een markering door middel van een
witte streep of paaltjes al een oplossing is voor het scheiden van de weg
gedeelten.
Als het college met een voorstel voor een extra krediet komt, dan heeft dat
zijn instemming, want hoe meer veiligheid hoe beter.
Spreker bedoelde niet dat de struiken gekapt moeten worden, maar dat ze
zodanig gesnoeid worden, dat er een veiliger situatie ontstaat.
De heer van der Hilst vindt dat dit station een gelijkwaardig station dient
te zijn voor zowel Prinsenbeek als Breda. In werkelijkheid is dit nooit zo
geweest. Aan de ene kant liggen bijvoorbeeld 100 parkeerplaatsen en aan de
andere kant maar 10.
De heer Franken zegt bij interruptie, dat dit niet zo vreemd is, want de
Haagse Beemden is misschien wel tien keer zo groot als Prinsenbeek.
De heer van der Hilst vindt het college slecht geïnformeerd over de situatie
rond het station. Spreker maakt dagelijks mee hoe slecht de situatie is
terwijl het college het doet voorkomen alsof er voortvarend beleid is
gevoerd.
Wethouder Oomen vraagt waar de heer van der Hilst zo'n traumatisch verhaal
vandaan haalt? Er is gebleken, dat er gemiddeld zo'n 1 2 parkeerplaatsen
tekort zijn. Uitbreiding met 16 parkeerplaatsen betekent dus dat er goed en
voortvarend tewerk is gegaan.
De heer van der Hilst weet toch ook wel, dat de samenstelling van de
bevolking van de gemeente Prinsenbeek anders is dan die van de Haagse
Beemden? Dan mag men toch ook concluderen dat er per gezin in de Haagse
Beemden meer mensen aan het openbaar vervoer deelnemen dan in Prinsenbeek.
Dit zijn andere zaken, die ook meegewogen moeten worden.
De voorzitter deelt mede, dat ook de PvdA bij de vaststelling van het
bestemmingsplan instemming heeft betuigd met het aantal aan te leggen
Parkeerplaatsen. Toen is ook gezegd, dat mettertijd op de behoefte aan het
aantal parkeerplaatsen zou worden ingegaan, als zulks inderdaad zou blijken.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.