- 25 - LIJKBEZORGING. Met betrekking tot de realisering van een algemene begraafplaats geeft het CDA er de voorkeur aan dat deze algemene begraafplaats wordt ingericht op het voor uitbreiding van de huidige begraafplaats besterode perceel. Het CDA pleit ervoor dat wordt bezien of het mogelijk is dat de toegang tot het algemene gedeelte gerealiseerd wordt via de katholieke begraafplaats. Indien een dergelijke toegang wettelijk niet mogelijk is dient uitputtend onder zocht te worden of op andere wijze een toegang kan worden gecreëerd. Het CDA is van mening dat het op dit moment nog te prematuur is om een adviesbureau in te schakelen. Wij verzoeken het college daarnaast te onderzoeken of de oprichting van een columbarium mogelijk is. RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING. Het CDA is en blijft voorstander van een consequent ruimtelijk ordenings beleid. In dat kader is het een goede zaak dat haast gemaakt wordt met het ontwerp van wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied. Het CDA blijft gelegenheidsplanologie en incidentele wijzigingen van bestemmingsplannen af wijzen. Om die reden, en ook om redenen van financiële aard, dienen de zogenaamde artikel 19 procedures, daar waar mogelijk, vermeden te worden. Het CDA benadrukt nogmaals dat het van wezenlijk belang is dat een goede controle plaatsvindt op naleving van bestemmingsplannen. Handelingen strijdig met het bestemmingsplan dienen te worden gecontroleerd en te worden gesanctioneerd Het CDA blijft van mening dat onderzocht moet worden of er mogelijkheden zijn een verbinding te creëren tussen het Velsgoed en de SchutsestraatHet nieuwe bedrijventerrein wordt dan beter bereikbaar, terwijl zulks automatisch tot gevolg heeft dat Heikantsestraat en Molenstraat zullen worden ontlast. Het CDA steunt het college in zijn pogingen een lokatie te zoeken voor het onderbrengen van een logistiek centrum. Het is van wezenlijk belang dat thans bestaande knelpunten in de bebouwde kom worden opgelost. In het belang van een goede ruimtelijke ordening dringt het CDA bij uw college aan op een snelle besluitvorming met betrekking tot de reeds door de raad vastgestelde structuurschets. Wat ons betreft mag het college bij de provincie verwoed aandringen. Mijnheer de voorzitter, vele jaren geleden is ten behoeve van Prinsenbeek een DPO-rapport opgesteld. Het CDA vraagt uw college of het rapport voor Prinsenbeek nog actueel genoeg is, teneinde daarop het beleid met betrekking tot de vestiging van detailhandel te baseren. Indien dit niet het geval is, achten wij het instellen van een nieuw DPO-onderzoek gewenst. VOLKSHUISVESTING. Een van de meest knellende punten blijft nog steeds rechtvaardige verdeling van de woningbouwquota in het Stadsgewest. De behoefte aan woningen voor de eigen inwoners is niet alleen in Prinsenbeek veel groter dan het aanbod. Voor Prinsenbeek is bouwen van voldoende woningen nog steeds de absolute voorwaarde voor het behoud van een goed draagvlak en voor het behoud van de leefbaarheid in onze gemeente. Het CDA zou gaarne van uw college willen vernemen hoe de onlangs opgerichte woningstichting thans werkt. Voldoet de gekozen opzet volledig aan de verwachtingen? STADSVERNIEUWING. De met veel bombarie geopende nieuwe Markt is nog niet helemaal ingericht. Immers, het centraal element ontbreekt nog steeds. Uw voorstellen dienaangaande zien wij dan ook met belangstelling tegemoet. Zoals wij het vorig jaar reeds hebben medegedeeld gaan wij ermede akkoord dat dit centraal element wordt bekostigd uit het fonds Stads- en Dorpsvernieuwing. Het CDA heeft moeten constateren, dat het centrale grasveld op de Markt niet goed bestand blijkt te zijn tegen intensief gebruik. Telkens wanneer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 166