- 31 - gaan bij de invulling van het plan De Rijt. Saaiheid en eenvormigheid dienen te worden voorkomen. Indien deze fractie bedoeld, dat wij door kunnen gaan op de met Moleneind ingeslagen weg, dan kunnen wij ons daarmede zeer wel verenigen. Indien deze fractie een andere invulling van het plan De Rijt voorstaat dan vernemen wij in tweede termijn gaarne op welke wijze saaiheid en eenvormigheid te lijf gegaan kunnen worden. Aan de aspecten biologisch en ecologisch bouwen door bijv. bij de situering en het ontwerp uit te gaan van optimale benutting van de passieve zonne- energie zullen wij daar waar mogelijk aandacht besteden, (opmerking PvdA) Ook zullen wij daar waar mogelijk gevolg geven aan het verlangen van deze fractie om de plaats van de auto ten gunste van het langzame verkeer in het nieuwe bestemmingsplan De Rijt terug te dringen. Bij deze zeggen wij de fractie Gemeenschapsbelang toe, dat uw raad zal worden geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van de decentrali satie van de volkshuisvesting. In 1992 verandert er voor gemeenten beneden de 30.000 inwoners overigens niet veel. Het enige verschil is, dat het rijk niet meer de budgethouder is, maar dat daarvoor de provincie in de plaats komt. In antwoord op de vraagstelling van het CDA naar het functioneren van de Woningstichting zij het volgende medegedeeld. In de op 21 december 1990 gewijzigde statuten van de "Woningstichting Prinsenbeek" is onder artikel 43, lid 2 opgenomen, ik citeer: "Gedurende een periode van een jaar wordt het dagelijks bestuur van de stichting ernstig in overweging gegeven voor elke te houden vergadering de in bedoelde vergadering te behandelen agendapunten te bespreken met en/of zich te laten adviseren door het bestuur van de te Prinsenbeek gevestigde stichting "Stichting Samenwerking Woningcorporaties". Zulks is dit jaar tot op heden niet gebeurd. Artikel 43, lid 3 van voornoemde statuten luidt: "Het bestuur van de stichting is verplicht om zo spoedig mogelijk na afloop van een jaar een evaluatiebijeenkomst te houden met het bestuur van de té prinsenbeek gevestigde Stichting Samenwerking Woningcorporaties". De rapportage van deze evaluatie zal ter kennis van de raad worden gebracht. In 1991 heeft er tussen bestuur Woningstichting en ons college drie keer overleg plaatsgevonden. Zoals uw raad overigens bekend, loopt er momenteel een arbitrage-geschil inzake de financiële afwikkeling tussen stichting en gemeente. STADS- EN DORPSVERNIEUWING. De plannen voor het oprichten van een decoratief element op de Markt worden door een drietal fracties onderschreven en als positief ervaren. Wij zijn daar blij mee. Met de voorbereiding is in een eerder stadium intern reeds een aanvang gemaakt en aangaande dit onderwerp heeft een eerste oriënterende bespreking plaatsgevonden in de commissie algemene zaken, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Wij hopen op korte termijn een globaal uitgewerkt voorstel aan de onder scheiden commissies voor te kunnen leggen voorzien van een deskundigen advies en begroting van de kosten." Vervolgens geeft spreker het woord over aan wethouder Oomen die zijn ant woord in eerste termijn als volgt aanvangt: "FINANCIEN. Door het CDA wordt geconstateerd dat ter financiering van investeringen evenals vorig jaar een beroep gedaan wordt op de reserves. Dit wordt als structureel verschijnsel afgewezen. De reserves worden aangewend ter dekking van een aantal investeringen, zoals aangegeven in het voorliggende investeringsplan om te voorkomen dat er budgettaire problemen ontstaan en hiervoor de belastingen moeten worden ver hoogd. Op zich is het geen bezwaar indien selectief de reserves worden aan gewend ter dekking van investeringen. De rente wordt bijgeschreven op de reserves en niet direct budgettair aangewend, zodat zodra de reserves worden verlaagd de rentekosten dalen. In de begroting worden de rente-inkomsten voortvloeiende uit de belegging van het financieringsoverschot tegen het zelfde percentage geraamd als dat van de rentebijschrijving op reserves. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 172