- 38 - Welzijnsplan voor de jaren 1988-1992 is aangegeven moet onder emancipatie worden verstaan activiteiten gericht op het verkrijgen van gelijke kansen en gelijke behandeling voor bepaalde groepen burgers in de samenleving. In genoemd plan staat voorts aangegeven dat de gemeente een beleid zal moeten formuleren waarin de emancipatie in het totaal gemeentelijke beleid naar voren zal komen. Het beleid dient zich te richten op het bieden van scholingsmogelijkheden aan meisjes en vrouwen alsmede het instandhouden van een goede kinderopvang, waardoor deelname aan emancipatie-activiteiten en toetreding tot de arbeidsmarkt voor vrouwen die dit wensen mogelijk worden. Het gemeentelijk beleid was er tot nu toe op gericht om bestaande instel lingen te stimuleren om activiteiten te ontplooien die tot doel hebben het bevorderen van de bewustwording met betrekking tot de rol en de positie van de vrouw c.q. groepen van vrouwen. Diverse vrouwengroeperingen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheden om activiteiten te organiseren in het kader van emancipatie. Daarnaast is voor Prinsenbeek een project gastouder- opvang opgestart en worden er voorbereidingen getroffen tot het realiseren van een dependance in Prinsenbeek voor de kinderopvang. Ook de kinderopvang die plaatsvindt op de peuterspeelzaal moet gerekend worden tot de activi teiten met betrekking tot emancipatie. Voorts wordt door de gemeente aan dacht besteed aan de positie van bijzondere aandachtsgroepen. De gelden voor het emancipatiewerk zijn opgenomen in de uitkeringen van het gemeentefonds. De vraag of het thans gevoerde emancipatiebeleid uiteindelijk de positie van de vrouwen heeft verbeterd kan niet concreet worden beant woord. Door sommige vrouwenbewegingen wordt gesteld dat alle emancipatie beleid ten spijt, vrouwen de laatste jaren er eerder op achteruit zijn gegaan, dan dat haar positie is verbeterd; naast huishouding en opvoeding moeten zij nu ook buitenhuis werken. Een dubbele belasting derhalve met alle daarbij behorende stress-verschijnselen. In hoeverre de lokale overheid de positie van vrouwen kan verbeteren en kan bijdragen tot emancipatie zal nader moeten worden bekeken. Indien de gemeenteraad zulks wenst kan hiertoe een notitie worden voorbereid. KINDEROPVANG. Door de fracties van respectievelijk CDA, WD en Gemeenschapsbelang zijn vragen gesteld omtrent de kinderopvang in Prinsenbeek, danwel zijn er kant tekeningen geplaatst bij het voorgenomen beleid. Ten aanzien hiervan kan naar voren worden gebracht dat er voorbereidingen worden getroffen om te komen tot de realisering van een dependance voor kinderopvang in Prinsen beek. Als mogelijke lokatie gaan de gedachten uit naar Gertrudisoord op de plek van Ons Huis. De dependance kan worden uitgevoerd als een bejaarden woning, welke inpandig als kinderdagverblijf zal worden ingericht. De filosofie hierachter is dat wanneer onverhoopt de behoefte aan kinderopvang in Prinsenbeek zou verminderen de dependance kan worden omgebouwd tot een bejaardenwoning. Het Rijk verstrekt de nodige middelen. De haalbaarheid van bedoelde dependance is de verantwoordelijkheid van de stichting Mark en Weerijs. Deze stichting ziet thans goede vooruitzichten voor een dependance in Prinsenbeek. De animo voor bedrijfsopvang in Prinsenbeek moet nog worden geïnventariseerd bij de plaatselijke ondernemers met meer dan 10 werknemers in deze gemeente. GEZINSVERVANGEND TEHUIS. Door de fracties van CDA en Gemeenschapsbelang is aandacht besteed aan het gezinsvervangend tehuis in Prinsenbeek. Door het Regionaal Overlegorgaan Zorg te Breda is onlangs een verdelingsvoorstel ingediend bij de provincie inzake de besteding van gelden van de Interimwet gezinsvervangende tehuizen en dagverblijven 1991-1994. In dit voorstel is het initiatief in de gemeente Prinsenbeek betrokken. In genoemd voorstel staat aangegeven de realisering van 10 GVT plaatsen in 1991-1992. Mocht het voorstel derhalve door de provincie worden overgenomen dan zal een lokatie in Prinsenbeek moeten worden aangewezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 179