- 5 - gegeven om een en ander voor te bereiden. Dit voorbereidingsbesluit is door de raad genomen op 18 juli 1991. De plaatsvervangend portefeuillehouder heeft zijns inziens toen terecht opgemerkt, dat het college binnen drie maanden met een plan van aanpak zou komen. De raad heeft nu gekregen, wat hij toen wenste: namelijk een plan van aanpak. Het wordt derhalve nu in het vierde kwartaal 1991 aangepakt. Spreker wil namens het college toezeggen, dat er in overleg met de stedebouwkundige en de eigen dienst, naar gestreefd wordt om zo mogelijk binnen het aan gegeven tijdsbestek, datgene te realiseren dat het college en de raad voor ogen staat. Men is afhankelijk van fases op het tijdpad, zoals bijvoorbeeld overleg met belangenverenigingen. Wethouder van Geel zegt, dat de raad onder bijlage J van de stukken voor de eerstkomende maand de precieze gegevens over het milieubeleid van de gemeente Prinsenbeek kan vinden en de stappen die in het kader van het Hinderwet Uitvoerings Programma worden genomen. Dat plan is zo opgezet, dat per 1 januari 1994 het uitvoeringsniveau adequaat zal zijn. Dat gebeurt uiteraard in een aantal fases. In het programma is wel enige achterstand ontstaan, maar de genoemde maatregelen zorgen voor een goede afwerking. De heer de Craen wil graag terugkomen op de actualisering van de HUP. Er staat in het voorstel vermeld "door de gemeente zelf te doen". Hij wil het college erop wijzen, dat dit niet moet gebeuren voor 1 januari 1994, maar voor 1 januari 1992 als het gaat over de partiële aanpak van het bestem mingsplan Buitengebied voor wat de HUP betreft. Mevrouw Reiinen zegt, dat in het tijdschema een flinke vertraging zit, maar dat neemt niet weg dat het beter was geweest om de commissie hiervan op de hoogte te stellen. De heer Lotstra zegt bij interruptie, dat dit niet relevant is. Al zou het tijdschema niet gehaald worden dan is er altijd nog een voorbereidings besluit waarmede alle risico's uitgebannen worden. Dit mede gelet op de artikel 19-procedure en vooruitlopend op de bestemming die eraan gegeven wordt en die bekend is. Mevrouw Reiinen zegt, dat zij toch van mening is, dat de tijd in de gaten gehouden moet worden om een en ander rond te krijgen. De voorzitter streeft ook hiernaar, maar bepaalde fases liggen niet binnen de macht van het college. Bij interruptie vraagt de heer Schreiner over welk tijdspad de voorzitter spreekt. Wordt er over het tweede gesproken, dan gaat hij akkoord, maar als hiervan toch nog wordt afgeweken, dan wil hij graag mededelingen hierover in de commissie algemene zaken c.a. De voorzitter antwoordt dat dit dan wel in het vierde kwartaal 1993 zal worden. Dan pas is er meer duidelijkheid of men wel of niet op schema ligt. Mevrouw Reiinen zegt bij interruptie, dat in het eerste tijdschema de beëin diging van de werkzaamheden werd voorzien in het tweede kwartaal van 1993. Dat tijdschema is in maart behandeld. De voorzitter zegt, dat in maart j.l. de glastuinbouw uitvoerig in de commissie algemene zaken c.a. is behandeld. De heer Lotstra zegt, dat in maart is gesproken over de lokaties van de glastuinbouw. De heer Schreiner ontkent dit. In juni is gesproken over de glastuinbouw en in maart over de notitie inzake de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied De voorzitter zegt, dat dit een algemene beschouwing was over de problema tiek met betrekking tot het buitengebied. De heer Schreiner beaamt dit, maar zegt dat het ook toen aangevuld werd met een tijdschema en van het tijdschema dat men toen voor ogen kreeg, wordt nu afgeweken en daarom heeft zijn fractie om opheldering gevraagd. Hij heeft begrip voor de problemen van buitenaf. De voorzitter zegt, dat in maart j.l. de notitie aan de orde geweest is,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 191