- 11 - van deze vergadering doen toekomen met het dringende verzoek om dat alsnog te willen bekijken voordat de eerste spade de grond ingaat voor de aanpas sing van de bestaande verkeerssluis Hoofdfunctie 6. Sociale zaken en maatschappelijk werk. Het CDA heeft vragen gesteld over het gemeentelijk beleid ten aanzien van emancipatie. Na een uitgebreid antwoord waarin u emancipatie ons inziens ten onrechte alleen ziet als iets, dat bestemd is voor vrouwen, zegt u een notitie te willen voorbereiden als zulks gewenst wordt door de raad. Wij willen daarbij wel aangeven, dat wij het gewenst vinden dat er een emancipatie-nota wordt gemaakt. Hoofdfunctie 7. Volksgezondheid. Het milieu, mijnheer de voorzitter, is een heel belangrijke zaak in het totale gemeentelijke beleid. Dat zou het althans moeten zijn. Wat dat betreft zijn wij enigszins teleurgesteld over hetgeen wij daarover in de begrotingsvoorstellen hebben mogen aantreffen. Er is bijvoorbeeld niet gereageerd op de door ons geuite teleurstelling dat de milieuweek 1991 zonder verdere verklaring is afgeblazen dus niet is georganiseerd. Dat bij voorbeeld het HUP een achterstand heeft opgelopen en dat er nu maar weer van moet worden uitgegaan en maar hopen, dat het 1 januari 1994 op schema zal zijn. Vorig jaar is toegezegd, dat er gestudeerd zou worden op een gedifferen tieerd tarievensysteem met betrekking tot de afvoer van huisvuil. Hierover hebben we niets meer mogen vernemen. In het college-programma is toegezegd, dat er een gemeentelijk milieu-plan zou worden opgesteld. Nu wordt in eerste termijn gezegd, dat de gemeente een kaderplan van aanpak moet opstellen waarin men moet aangeven op welke wijze de NMP+ taken zullen worden uitgevoerd en dat men daarom maar afziet van het toegezegde gemeentelijk milieubeleidsplan. Men wil dan nog wel voldoen aan de eisen, die van bovenaf worden gesteld, maar komt verder niet tot een eigen beleid of het waarmaken van toezeggingen die in het college-programma zijn opgenomen. Dit zijn enkele voorbeelden die mogen illustreren dat wij niet staan te juichen over het gemeentelijke milieubeleid in Prinsenbeek. Ik ben blij, dat de heer Geuze ons stukje in Modern Prinsenbeek ook heeft gelezen. Ik ben verbaasd, dat hij opmerkte dat de WD-fractie het ook had aangekaart. Het staat mij voor, dat alleen de PvdA-fractie dat heeft gedaan, maar ik heb het nog even opgezocht en ik moet in alle eerlijkheid toegeven, dat de WD-fractie wat betreft de rioolheffing, toch nog wel een aantal slagen om de arm houdt. De WD-fractie schrijft letterlijk: 'We weten nog niet wat het gaat kosten. Een voorlopige beslissing van onze gemeenteraad zou kunnen zijn: "dan stellen wij de beslissing over de invoering uit." De WD-fractie heeft zich dus niet duidelijk uitgesproken zoals de PvdA- fractie dat heeft gedaan: 'Wij zijn tegen de rioolheffing'. U weet onze motieven tegen de rioolheffing. Het is financieel op dit moment absoluut niet nodig. Op bladzijde 6 van de aanbiedingsbrief schrijft het college: "In vergelijking met voorgaande jaren is het beeld van de beschik bare budgettaire ruimte veel positiever voornamelijk als gevolg van een aantal maatregelen met budgettaire gevolgen." Wethouder Oomen zegt in de algemene beschouwingen in eerste termijn het volgende: "Wij moeten u erop wijzen, dat de invoering van het rioolrecht niet alleen en niet zozeer nodig is om de begroting 1992 sluitend te maken, maar wel om ook in de toekomst de lasten, voortvloeiende uit het investeringsplan, te kunnen dekken." We worden weer opgezadeld met aparte perceptiekosten, de kosten van het rioolbeheerplan zijn nog totaal onbekend en de verhoging van de reinigings rechten met maar liefst bijna 50% is al behoorlijk fors. Daarnaast is het onverantwoord een belasting in te voeren, die op dit moment niet nodig is en niet wordt opgeroepen door de cijfers. Mijnheer de voorzitter, we hebben antwoord gekregen op onze vraag met betrekking tot de kosten voor het verwerken van het gft-afval. Gelet op het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 197