- 16 -
Wethouder Oomen antwoordt dat dit te maken heeft met de optie-mogelijkheid
die door de raad is ingesteld. Dat staat ook in de verordening.
Wethouder van Geel zegt dat iemand die iets illegaals begint, dit meestal
niet komt melden.
Dit wordt meestal door anderen gemeld of geschiedt door eigen waarneming. Op
de afdeling bouw- en woningtoezicht was een personeelstekort dat inmiddels
is opgelost door het aantrekken van een nieuwe kracht. Hierdoor zijn de
controlemogelijkheden aanzienlijk uitgebreid en er kan nu stringenter ge
controleerd worden. Daarnaast is er een zeer actieve milieu-ambtenaar die
ook controles verricht. Er is aangetoond dat er gehandeld werd in strijd met
het bestemmingsplan, maar er werd natuurlijk ook gehandeld in strijd met
hinderwetvergunningen, e.d. In het kader van die controle is destijds aan
het licht gekomen dat er een bepaalde illegale activiteit was. Toen is,
waarom weet hij niet precies, niet gelijk ook een activiteit in het kader
van het illegale aanwezig-zijn aan de orde gekomen, maar heeft op dat moment
meer de nadruk gelegen op het al dan niet voldoen aan hindervergunningen en
op welke manier daar een einde aan gemaakt kan worden. Voor wat de toekomst
betreft is dit college absoluut niet van plan om ook maar iets te gedogen in
dat opzicht. Het college wil daarin een streng beleid voeren.
Mevrouw Schalk wijst nog even op het aanbod voor jonge starters. Dit is een
onderwerp waar misschien in een commissievergadering aandacht aan geschonken
kan worden. Volgens haar hoeft men, ten aanzien van kleine bedrijven, niet
alleen via gebod en verbod te leven, maar je moet ook aanbod hebben van bij
voorbeeld een loods waar jonge starters zich op de ondernemersraarkt kunnen
begeven. Hierdoor is het voor hen niet noodzakelijk om iets illegaals op te
starten.
De voorzitter constateert dat, met uitzondering van de WD, de fracties zich
kunnen vinden in dit voorstel.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten, waarbij de WD-fractie ge
acht wordt te hebben tegengestemd.
12. Voorstel tot vaststelling van een convenant houdende nadere regeling van
de milieu-technische samenwerking ter uitvoering van de Regeling Stadsgewest
Breda 1990, alsmede het aangaan van een dienstverleningsovereenkomst met de
Milieudienst van de gemeente Breda.
De heer van der Hilst vindt dit convenant een positieve zaak en gaat er van
harte mee akkoord, maar wil toch nog een paar procedurele opmerkingen plaat
sen. Zijn fractie vindt het jammer dat zaken die het Stadsgewest betreffen
bijna altijd te laat in de raad verschijnen. Het is niet de eerste keer
volgens hem, dat er door het Stadsgewest wordt gevraagd ergens mee in te
stemmen terwijl de uiterste termijn al verstreken is. Het stuk is erg
moeilijk te lezen. Dit voorstel is tweemaal aan hem toegezonden, maar als er
geen verbetering in aangebracht wordt dan is eenmalige toezending voldoende,
Immers in het voorstel wordt de verwachting uitgesproken dat het Stadsgewest
op 14 december 1990 zal instemmen en het is nu bijna februari 1991.
Mevrouw Reijnen zegt dat de fractie van Gemeenschapsbelang van mening is,
dat het, gezien de toenemende druk om op verantwoorde wijze met het milieu
om te gaan, een goede zaak is dat dit convenant wordt gesloten. Het voorstel
is een eerste stap in de richting van een waarschijnlijk groter wordende
regionale samenwerking. Gelet op de steeds strenger wordende milieuwet
geving en de daarbij behorende handhaving van de diverse milieutaken en
omdat het in het verleden weieens gebeurde dat er door verschillende instan-