- 14 -
was en niet van het CDA.
De heer Lotstra vervolgt zijn betoog.
"Wij willen altijd, in aansluiting op andere partijen, best meedenken
omtrent het verloop van met name de eerste termijn van de algemene
beschouwingen. Als dat een keer in de commissie algemene zaken c.a. aan de
orde komt willen wij daarover onze gedachten wel laten gaan.
Het CDA dankt u voor de uitgebreide beantwoording van het door ons in eerste
termijn gestelde. Op de meeste van onze opmerkingen en aanvullende voor
stellen wordt door u positief gereageerd. Wij wachten uw voorstellen in deze
dan ook met belangstelling af. Toch willen wij nog reageren op een aantal
onderdelen waarop door uw college niet of niet naar onze tevredenheid is
gereageerd
In uw antwoord gaat u niet in op de relatie Breda-randgemeenten in het
algemeen en op de relatie Breda-Prinsenbeek in het bijzonder. Gezien de
recente ontwikkelingen waaruit blijkt dat een aantal tot de stadsregio
behorende gemeenten een eigen weg willen gaan, dringen wij er, wellicht ten
overvloede, bij u op aan om te blijven pogen voor de problemen van Breda ook
met name voor wat betreft het bestuurlijk-volkshuisvestings- en ruimtelijke
ordeningsgebied in goed overleg en op basis van gelijkwaardigheid in stads-
regionaal verband naar oplossingen te zoeken.
Daarnaast zal onze gemeente ook o.a. door middel van de Werkgroep Bestuur
lijke Ontwikkelingen op provinciaal en landelijk niveau, binnen de officiële
politieke overlegstructuren, alles in het werk moeten stellen om de blijven
de zelfstandigheid van de gemeente Prinsenbeek te garanderen. Wij als CDA
zullen daarbij onze partijgenoten van hogere bestuursorganen intensief
betrekken. Dagblad De Stem besteedde hieraan vandaag ook al aandacht.
Wat de geringe betrokkenheid van de bevolking bij de lokale politiek betreft
vrezen wij dat alleen informatieverschaffing niet tot een verbetering zal
leiden. Ons inziens moet ook worden gepoogd de burgers meer actief te
betrekken bij de beleidsvoorbereiding door middel van inspraakmogelijkheden,
betere communicatie e.d. Bij de bespreking van de voorlichtingsnota zal
hieraan ruime aandacht moeten worden besteed.
Aangaande de financiën, mijnheer de voorzitter, nog het navolgende.
Met betrekking tot het rioolrecht gaat het college uit van het profijt
beginsel. Wij ondersteunen dit. Wij willen nogmaals benadrukken dat daar
naast ook het draagkrachtbeginsel een belangrijke rol speelt. Wij achten het
niet uitgesloten dat in de toekomst het draagkrachtbeginsel zal moeten
worden gehanteerd, hetwelk mogelijk zou kunnen leiden tot verhoging van de
onroerend-goedbelasting
Het college reageert absoluut niet op ons verzoek om van alle bestaande
subsidieregelingen maximaal gebruik te maken.
Het door het college aangekondigde voorstel inzake de verbouwing c.q. uit
breiding van het gemeentehuis wachten wij gespannen af. Wij hechten in deze
ook veel waarde aan de uitkomsten van het overleg met de ambtenaren en de
medezeggenschapscommissie. Het uiteindelijke voorstel zal door ons zeer
kritisch worden bezien.
Mijnheer de voorzitter, het college gaat niet in op onze aanbeveling om te
bezien wat het rendement is van verkoop, van de thans verpachte grond. Wij
willen daaraan toevoegen, dat het uiteraard noodzakelijk is allereerst een
goede inventarisatie van deze gronden te maken. Gaarne ontvangen wij alsnog
een reactie.
Op onze vragen en opmerkingen over de politie en de brandweer is door u vol
doende gereageerd. Het rapport inzake de brandweerkazerne zal door ons
grondig worden bestudeerd en besproken.
Een voorstel om doorgaand vrachtverkeer uit de bebouwde kom te weren kan
zeker op onze instemming rekenen. Wel verzoeken wij u met klem een dergelijk
voorstel zeer goed voor te bereiden en mogelijkheden van instellingen en
sanctionering ervan gedegen te onderzoeken, teneinde geen valse verwachtin-