- 21 -
Wethouder Oomen deelt mede, dat in de momenteel ter inzage liggende
verordening OGB nog wordt gesproken over 'onroerende goederen'. Het nieuwe
Burgerlijk Wetboek spreekt per 1 januari 1992 over 'onroerende zaken' en het
'zakelijk recht' wordt vervangen door 'eigendom' of 'beperkt recht'. Hij
verzoekt de raadsleden hiervan kennis te nemen en op de plaatsen waar
genoemde termen staan, die als zodanig te lezen.
De voorzitter sluit de discussie in tweede termijn en stelt vervolgens aan
de orde
a. de instemming met de meerjarenramingen en het investeringsplan 1992 t/ra
1995;
b. de vaststelling van de Legesverordening 1992;
c. de vaststelling van de 5e wijziging van de Verordening hondenbelasting
1988;
d. de vaststelling van de 5e wijziging van de Verordening reinigingsrechten
1988;
e. de vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van de
onroerend-goedbelastingen 1992;
f. de vaststelling van de Verordening rioolrechten 1992;
g. de vaststelling van de begrotingen 1992 van de dienst gemeenschapshuis
Eikebos, de dienst voor lichamelijke opvoeding, sport en recreatie en het
gemeentelijk grondbedrijf;
h. de vaststelling van de begroting 1992 algemene dienst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten met de aantekening dat ten aanzien
van punt d. de fractie van de WD wordt geacht
te hebben tegengestemd en ten aanzien van punt
f. de fracties van de WD en PvdA worden ge
acht te hebben tegengestemd.
19d. Voorstel tot vaststelling van de eerste wijziging van de gemeente
begroting 1992.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
19e. Voorstel tot vaststelling van de tweede wijziging van de gemeente
begroting 1992.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
Afscheid als raadslid van de heer J.Th.M. Rasenberfi.
De voorzitter constateert, dat de heer Rasenberg de raad gaat verlaten, na
ruim anderhalf jaar deel uitgemaakt te hebben van die raad. Spreker vindt
het jammer dat hij vertrekt omdat én tijd besteed moest worden aan het in
werken en tegelijk diende te worden meegedacht en meegewerkt aan gedachten-
wisselingen en besluitvorming. Het is dan ook jammer, dat men zich - hele
maal ingewerkt - moet terugtrekken want dat betekent een verlies van
talenten. De heer Rasenberg heeft zich altijd positief en coöperatief op
gesteld in de commissie en de raad. Een raadslid, dat goed en prettig over-