- 4 - van het natuurkerngebied aan de noordkant. Aan het bieden van mogelijkheden voor glastuinbouw wil haar fractie wel meewerken, maar projectmatige vesti ging gaat te ver. Tot slot worden de door het Stadsgewest geformuleerde bezwaren wel onder schreven, met uitzondering van de glastuinbouw. De heer van der Hilst zegt, dat het bijna zover is dat het streekplan vast gesteld kan worden. Het streekplan geeft aan wat er voor de komende 15 jaar op ruimtelijk gebied moet gebeuren en de twee andere plannen worden bijeen gevoegd tot het Streekplan Noord-Brabant. Het milieubeleid wordt nu voor het eerst vertaald in de ruimtelijke ordening in het streekplan en de positie van de vier grote steden en hun ruimtelijke inrichting wordt aangegeven. Spreker is het in grote lijnen eens met de conclusies van het college en vooral voor wat betreft het F-tracé van het HSL-tracjeetHij hoopt dan ook dat Brabant op zijn schreden zal terugkomen en inziet dat het niet zinnig is om de F-variant aan te houden. Vervolgens onderschrijft hij het bezwaar dat Prinsenbeek niet is vermeld in het centraal stedelijk gebied. Met betrekking tot de glastuinbouw is zijn fractie ook bang voor al te projectmatige glastuinbouw in en rond Prinsenbeek. Hij wil het niet tegen houden, maar is het er niet van harte mee eens omdat er aan glastuinbouw nogal wat milieu-bezwaren kleven. In zijn algemeen merkt hij nog op dat het jammer is dat er in het ontwerp- streekplan nog steeds geen lokaties voor het afvalslib en de mestverwerking zijn aangegeven. De heer Lotstra deelt de conclusies, zoals verwoord op bladzijde 4 van het voorstel Ten eerste heeft de CDA-fractie bezwaar tegen het F-tracé en opteert voor een ander tracé. Ten tweede onderschrijft hij ook het bezwaar dat Prinsenbeek niet staat vermeld in de tekst van het centraal stedelijk gebied en op de plankaart wel als zodanig staat aangegeven. Ten derde onderschrijft hij de bezwaren van het Stadsgewest op het ontwerp-streekplan, samengesteld namens de deelnemende gemeenten. Tot slot wil hij nogmaals herhalen dat in Prinsenbeek geen projectmatige aanpak mag plaatsvinden van de glastuinbouw. De heer Verhulst is van mening, dat de punten als genoemd door de woord voerster van Gemeenschapsbelang, kunnen worden onderschreven. Hierop is echter één nadrukkelijke uitzondering, namelijk dat de WD-fractie tegen elke vorm van glastuinbouw is. Incidentele nieuwvestiging moet mogelijk zijn in het bestaande gebied. De voorzitter zegt, dat de raad unaniem in haar reactie is ten aanzien van het Stadsgewest richting provincie; het betreft hier drie punten. Ten eerste dat er een aantal motieven is om zich te verzetten tegen het HSL-traject. Een cumulatie is gegeven van het aantal negatieve aspecten en de raad kan zich hierin dan ook vinden. Ten tweede is Prinsenbeek wel in de plankaart aangegeven, maar niet als zodanig verwerkt in de tekst van het streekplan. En tot slot geeft het Stadsgewest terecht aan dat in de regio vollegronds- tuinbouw en glastuinbouw moeten worden toegelaten. Breda heeft bezwaar tegen uitbreiding in noord-westelijke richting omdat dat een eventuele hinder zou betekenen bij uitbreiding van de potentie. Het Stadsgewest wijst diplomatiek op mogelijke consequenties voor Breda in noord-westelijke richting. Het college heeft dan ook gesteld beslist geen bezwaar te hebben tegen glastuinbouw maar a) niet projectmatig en b) aangegeven in de richting zoals de raad heeft besloten in de juni-vergadering Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 229