- 8 - Wethouder Oomen zegt, dat het algemeen bekend is, dat de regering een decentralisatiebeleid voert, d.w.z. de besluitvorming behoort te liggen bij de raad. Wat absoluut niet kan is de gelden oormerken, zoals mevrouw Schalk voorstelt De heer van der Hilst stelt voor om het bedrag dat over is op de begroting op te nemen onder de post 'sociale vernieuwing'. Hij is er niet van over tuigd dat dit niet zou kunnen. De voorzitter zegt, dat de PvdA-fractie deze visie in eerste termijn naar voren heeft gebracht doch daarop is door de overige fracties niet gerea geerd. In tweede termijn is door het college geantwoord en in tweede termijn reageren de overige fracties ook niet. Wethouder van Geel antwoordt, dat het momenteel niet zoveel zin heeft om te praten over een fonds sociale vernieuwing omdat de gemeente nog niet zover is. Het ligt in de bedoeling om dit wel te realiseren. Op het moment dat overgegaan wordt tot de sociale vernieuwing zal nog eens gediscussieerd moeten worden over het bedrag dat daarvoor ter beschikking gesteld zal worden. Mevrouw Verkool jen merkt op, dat deze discussie dan gevoerd zal moeten worden in de commissie sociale zekerheid en niet in de commissie welzijn c. a. De heer Geuze dankt als lid van de commissie sociale zekerheid voor de complimenten. Mevrouw Schalk zegt alsnog bij interruptie dat de commissie sociale zeker heid voortreffelijk werk heeft verricht, maar dit werk wordt op zijn merites beoordeeld door de raad. De opmerking van de heer Geuze, dat er geen op- of aanmerkingen gemaakt kunnen worden, klopt dus niet. Bij interruptie merkt de heer Geuze op dit niet gezegd te hebben. Mevrouw van Hoek gaat akkoord met het voorstel van de wethouder. Zij wil echter ook graag via de commissie welzijn c.a. op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen met het oog op het vaststellen van de begroting. Wethouder van Geel zegt, dat het college alle informatie zal verstrekken. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 12. Voorstel tot vaststelling van het jaarprogramma welzijnswerk 1992. Mevrouw van Hoek zegt, dat vorig jaar reeds bleek dat de huidige subsidie verordening niet meer voldoet en toen werd door alle politieke partijen aan gedrongen op een evaluatie van deze verordening. Gezien de moeilijkheid van deze materie had de raad er alle begrip voor dat dit in verband met het zorgvuldigheidsprincipe enige tijd in beslag zou nemen. Bij de laatste politieke beschouwingen heeft de CDA-fractie dit nog eens kenbaar gemaakt. De intentie was dan ook deze nota marginaal te toetsen, maar door het ont breken van enige verklaringen bij sterke afwijkingen tussen de bedragen in de nota van dit jaar en die van vorig jaar is de CDA-fractie wat dieper in deze materie gedoken. Dit riep nog meer vraagtekens op. Vroeg men zich vorig jaar nog af of het principe 'wie vraagt die krijgt' gold, dit jaar blijkt men in sommige gevallen meer te krijgen dan men vraagt. Verschillende van deze vraagtekens zijn door de commissie welzijn c.a. naar voren gebracht, maar tot grote verbazing zijn die in de nu voorliggende nota, op enkele uitzonderingen na, niet veranderd c.q. verplaatst. Er zijn weer wel, zonder enige verklaring, andere veranderingen aangebracht. Om alles niet ingewikkelder te maken, vraagt spreekster nu geen verklaring, maar wil zich beperken tot enige opmerkingen. Ten aanzien van de bibliotheek houdt de CDA-fractie zich vast aan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 233