- 6 -
matige aanpak van het onderhoud van de openbare gebouwen. Spreker is akkoord
met het rapport enzovoorts en met name dat ook de sporthal wordt doorge
licht
De voorzitter zegt aan de opmerking van mevrouw Overboom tegemoet te kunnen
komen door alsnog een en ander op papier aan de raadsleden te doen toekomen.
Hij heeft geconcludeerd dat de raad unaniem instemt met de conclusies van de
rapportage. Het CDA wil de conclusies als leidraad laten dienen en dat ieder
jaar bij het aanbieden van de begroting het college de wensen ten aanzien
van aanpak naar voren brengt. Het college hanteert de conclusies van het
rapport en als hiervan wordt afgeweken dan zullen de nodige argumenten daar
voor aangedragen moeten worden.
Hetzelfde geldt voor de voorgestelde aanpak. Het aanpakken bij urgentie 1
van zaken die ook in urgentie 2 en 3 aan de orde komen is effectiever en kan
wellicht ook goedkoper zijn, maar kunnen ongetwijfeld een meerpost met zich
brengen. Er zal daarom vooraf een goed bestek gemaakt moeten worden.
Met betrekking tot de sporthal zegt spreker, zal rekening gehouden worden
met de opmerkingen van mevrouw Overboom.
De opmerking van Gemeenschapsbelang met betrekking tot achterstallig onder
houd, met uitzondering van de sporthal is een niet geheel juist verwijt. Het
gaat nu om urgentie 1. Spreekt men over urgentie 2 en 3 dan zal het de
fractie van Gemeenschapsbelang duidelijk zijn dat het gaat over activiteiten
in het geplande jaar, waarbij uitstel met twee drie jaar mogelijk is.
Urgentie 1 betreft zaken welke geen uitstel kunnen lijden en een aanpak op
korte termijn vereisen. In het meerjareninvesteringsschema 1991 is hiermede
reeds rekening gehouden. Dus zo alarmerend is het echt niet.
Mevrouw Overboom dankt voor het antwoord in eerste termijn. Het is voor haar
logisch, dat bij een eventuele aanpak bij urgentie 1 van zaken van 2 of 3,
het college een extra krediet vraagt.
Verder wil zij ingaan op het instemmen met de conclusies van het rapport.
Vat de fractie van CDA betreft is dit rapport een leidraad en het moet niet
slaafs gevolgd worden. Het college moet aangeven wat er aangepakt en uitge
voerd dient te worden en dat geldt zeker bij het verstrijken van de tijd.
De heer Schreiner zegt dat als zaken van urgentie 2 en 3 meegenomen worden,
de fractie van Gemeenschapsbelang zeer zeker genegen is met de financiële
consequenties in te stemmen.
Hij denkt dat de leidraad te vrijblijvend behandeld wordt en is het er wel
mee eens, dat het college bij afwijking dit rapport toch als conclusie voor
ogen houdt. Het is begrijpelijk dat bij de urgenties 2 en 3 uitstel mogelijk
is, maar zo concreet heeft zijn fractie het ook niet gesteld. Daar waar
nodig moet het rapport gevolgd worden.
De heer van der Hilst is content met het antwoord. De financiën gaan nu
echter een eigen leven leiden daarmee begeeft men zich nu financieel op glad
ijs. Waar kan men zich straks op beroepen?
Spreker wil nu uitgaan van uitvoering van urgentie 1 voor het bedrag van
ruim f. 140.000,dat nu wordt gevoteerd. Als daar straks wat bijkomt, dan
kan de portefeuillehouder vooraf via de commissie financiën de raad
informeren.
De heer Franken kan niet instemmen met de opmerking van de heer Geuze, dat
diens partij al jaren heeft geattendeerd op het achterstallig onderhoud.
Spreker heeft in de vorige raadsperiode met de toenmalige WD-porteuille-
houder, verschillende malen in de clinch gelegen over achterstallig onder
houd. Sprekend voorbeeld is het verlies van het gebouw De Viersprong.
Wanneer de heer Geuze op eigen titel spreekt is het goed, maar niet namens
de WD.
De voorzitter gaat ervan uit dat nu, ten aanzien van elk onderdeel zoals
aangegeven in urgentie 1, een bestek wordt opgemaakt. Daarbij worden de
urgenties 2 en 3 die verband houden met het desbetreffende object in de
gaten gehouden. Daarna moet dan duidelijk zijn wat de meerkosten zijn.
Via de commissie zal dan zonodig een extra krediet gevraagd worden aan de
raad en niet achteraf.