- 5 - De heer Lotstra zegt dat dit voorstel een voortvloeisel is van een initia tief dat vrijdag jl. is gedaan om een ambtelijke werkgroep in te stellen. Eerst wilde men een motie indienen. Dat was niet mogelijk gelet op het feit dat het niet als agendapunt aan de orde zou komen. Om er geen partij-politieke zaak van te maken is het initiatiefvoostel ondertekend door de beide fractie-voorzitters van de coalitie en de beide fractie-voorzitters van de oppositie. Alle betrokken partijen zijn het over de zaak eens en hij heeft er dan ook niets meer aan toe te voegen. De vier partijen in deze raad zullen hun schouders eronder moeten zetten. De heer Geuze sluit zich aan, gezien het vooroverleg tijdens de informatieve bijeenkomst van de raadsleden aan bij wat de heer Lotstra heeft gezegd. De leden van deze gemeenteraad hebben unaniem gezegd zich te zullen verzetten tegen annexatie, bevoogding of ontneming van enig grondgebied. Het idee is geboren tot het formeren van een werkgroep. Van het initiatiefvoorstel heeft hij pas gisteren qua tekst kennis kunnen nemen. Hij meent echter dat, en dat is ook bij de andere fracties bekend, er niet gekomen moet worden tot een werkgroep zoals in het voorstel bedoeld wordt, omdat die geen "handen en voeten" heeft. Zijn fractie zou graag zien dat de gemeenteraad unaniem kiest voor een ad hoc-commissie van voorbereiding. Daarbij moeten dan wel de onderwerpen bepaald worden. Dat zou dan kunnen zijn het advies terzake van het rapport van de commissie Konijnenbelt, het ruimtelijk bestedingsplan van de commissie Margry en een eventueel herindelingsplan zoals de commissie Schampers dat mogelijkerwijze aan de Gedeputeerde Staten zal voorleggen. Dat betekent niet een volledige uitholling van de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders. Als de gemeenteraad straks - zo nodig - na de schorsing het met deze gedachtengang eens is, dan zouden twee leden van de CDA-fractie in deze commissie zitting kunnen nemen met wethouder Oomen als voorzitter. Twee leden van de fractie gemeenschapsbelang, met wethouder van Geel als plaatsvervangend voorzitter, één lid van de fractie van de PvdA en één lid van onze fractie en dan bij voorkeur bij acclamatie te benoemen. Spreker merkt verder nog op dat vele leden van deze raad het zouden prefereren, dat de gemeentesecretaris, die in het verleden zich bijzonder heeft ingezet en prestaties heeft geleverd bij vorige aanslagen op de zelf standigheid van onze gemeente, secretaris van deze commissie zou worden, Daarbij kan die zich naar goeddunken, laten bijstaan. Er wordt verder gesproken over het aantrekken van externe deskundigen. Tot zijn genoegen heeft hij gelezen dat zelfs een wetenschappelijke raad van het CDA tegen de verdere uitbreiding van grote gemeenten is. Misschien dat uit die kring derden kunnen worden aangetrokken, welke natuurlijk wel betaald moeten worden. De instelling van deze commissie zal dus gepaard gaan met de votering van een principe-krediet. De heer Van der Hilst is het er roerend mee eens dat er een werkgroep of ad hoc-commissie ter voorbereiding, door de raad wordt geformeerd. Zijn fractie juicht het toe dat de vier fracties gezamenlijk de strijd aanbinden. Hij heeft nog veel vragen, want er moet nog veel geregeld worden. Zijn fractie zou deze werkgroep een wat bredere opdracht willen geven als tot nu toe is verwoord Ook de mogelijke gevolgen van de provinciale nota dienen nader onderzocht te worden alsmede het rapport van de commissie Konijnenbelt. Bovendien moet er nog het een en ander afgesproken worden over het huishoudelijk reglement, de voorzitter en dergelijke. Bovendien wordt nu sterk gepleit voor een rapport. Dat is erg produkt-gerichtWat zijn fractie betreft mag die werk groep of commissie ook tussentijds rapporteren aan de raad en hoeft het niet alleen te resulteren in een rapport wat te zijner tijd door de raad besproken wordt. De grondslag wordt door hem van harte onderschreven, om met elkaar, door de politieke partijen heen, te proberen alles in het werk te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 8