1
- 7 -
vereiste te verlengen. De ervaringen van de afgelopen twee jaar geven geen
aanleiding om hiervan af te zien en bovendien past het principe in de
huidige cultuur van overleg en onderhandelingen. Het gaat vanavond echter
niet alleen om de verlenging van de verordening, maar er zal ook een lichte
aanpassing van de verordening plaatsvinden. Voorgesteld wordt ook om te gaan
werken met de Commissie van de Grinten. Met het reilen en zeilen van deze
commissie is men momenteel nog niet voldoende op de hoogte. Op dit moment
kan dan ook onvoldoende worden overzien welke consequenties het werk van
deze commissie heeft voor de gemeente. En dan met name voor wat betreft de
positie van de gemeenteraad en de wijze van vergaderen.
Deze punten overwegende stelt de CDA-fractie voor om de verordening niet
voor onbepaalde tijd vast te stellen, maar thans hooguit voor één jaar te
verlengen zodat eerst ervaring kan worden opgedaan met het werken met deze
commissie. Volgend jaar kan dat dan geëvalueerd worden en dan kan de
volgende stap worden genomen.
De heer van der Hilst zegt, dat er met deze verordening bij wijze van
experiment twee jaar is gewerkt. De ervaringen zijn redelijk positief. Hij
gaat akkoord met de verlenging en het is een goede zaak dat daardoor
partijen met elkaar om de tafel moeten blijven zitten om te proberen zo lang
mogelijk te komen tot overeenstemming. Wat dat betreft is het jammer dat er
aangesloten wordt bij de lokale advies- en arbitragecommissie en niet alleen
uit financieel oogpunt, maar ook omdat dat een reden zou kunnen zijn voor
één van de partijen om niet tot het uiterste te blijven proberen om tot
overeenstemming te komen.
De heer Geuze zegt dat dit voorstel past in de cultuur van overleg. Dat er
iemand kan fluiten als men met de koppen tegen elkaar botst is ook een goede
zaak. Hij kan zich met het verdergaande voorstel van de CDA-fractie
verenigen, maar in verband met de afloop in de vakantietijd is het logischer
voor hem om dat per 1 januari daaropvolgend te doen.
De heer Franken zegt dat op 21 december 1989 voor het eerst gesproken is
over het experiment met deze overlegverordeningDe huidige wethouder, des
tijds raadslid, heeft toen de nodige vragen gesteld en dan met name over de
financiële consequenties voor de gemeente. Gebleken is dat deze behoorlijk
zijn. Spreker is de mening toegedaan dat raadsleden een eigen verantwoorde
lijkheid hebben. Als men spreekt over een experiment dan gaat het overeen-
stemmingsvereiste hem net iets te ver. Hij kan zich voorstellen dat er op
een gegeven moment een arbitragecommissie komt, maar het gaat te ver om nu
tegen dit voorstel 'ja' te zeggen.
Over een jaar wil hij wel evalueren, maar op dit moment kan hij niet akkoord
gaan met het voorstel.
Wethouder van Geel zegt dat er een verderstrekkend voorstel is om een proef
periode van één jaar aan te gaan en een tweede om de proefperiode tot 1
januari 1994 te verlengen. Het college heeft met geen van beide verderstrek
kende voorstellen problemen en daarom zou hij graag van de raad horen voor
welke van de twee opties wordt gekozen.
Mevrouw Overboom antwoordt dat de CDA-fractie zich kan vinden in het verder
strekkende voorstel van de heer Geuze om de termijn tot 1 januari 1994 te
verlengen.
Wethouder van Geel zegt, dat het college zich kan vinden in het verderstrek
kende voorstel om het overeenstemmingsvereiste vanaf heden te laten ingaan
en te laten voortduren tot 1 januari 1994.
Spreker herinnert zich ook wel wat hij drie jaar geleden heeft gezegd en dat
geldt nu nog. Hij hoopt echter dat in de komende periode ervaren zal worden
dat de ervaringen nog beter zullen worden dan de afgelopen periode.
De heer Franken benadrukt nogmaals dat hij het onmogelijk kan maken om als
bestuurder de onderhandelingspositie die hijzelf heeft, weg te cijferen en
zichzelf buiten spel te zetten. Dit is tegen alle democratische principes
in.