Het is mij dan ook een groot genoegen om namens college en gemeenteraad aan
u uit te reiken de erepenning van de gemeente Prinsenbeek.
De motivering die hieraan ten grondslag ligt luidt als volgt:
'Burgmeester en wethouders van Prinsenbeek hebben bij besluit van 16 juli
1992 toegekend aan Mr L.K.M. Verwiel, geboren 9 september 1928 te Oisterwijk
de erepenning der gemeente, ingesteld bij raadsbesluit van 27 september
1990. De toekenning is geschied op grond van zijn vele bestuurlijke ver
diensten voor de Prinsenbeekse gemeenschap en zijn inzet gedurende zijn
ambtsperiode voor de gehandicapte medemens.'
U kennende, burgemeester, zal dit laatste voor u zeer veel betekenen.
Vandaar dat het mij een grote eer en genoegen is de erepenning nu te mogen
overhandigen.
Vervolgens overhandigt hij de burgemeester de erepenning met de daarbij
behorende oorkonde.
"Burgemeester, ik zal proberen gedurende de periode dat ik u mag waarnemen,
samen met mijn collega wethouder van Geel 'goed op de winkel te passen',
zoals premier De Jong dit destijds zo kleurrijk formuleerde.
Tenslotte, burgemeester en mevrouw Verwiel, bedankt namens de voltallige
raad en ik wens u nog vele mooie, gezonde en goede jaren toe aan het Vels-
goed
Ik dank u."
2. Toespraak de heer B.G.C. Schreiner namens gemeenteraad.
De heer Schreiner spreekt de aanwezigen als volgt toe:
"Wij zijn hier bijeen op deze bijzondere raadsvergadering, dames en heren,
om de heer Verwiel te feliciteren met zijn 25-jarig ambtsjubileum als burge
meester. Tevens van harte gefeliciteerd met de erepenning die u is toege
kend
Bij het afscheid nemen van de heer Verwiel kunnen we nu nog zeggen 'burge
meester' want na 25 jaar als burgemeester te hebben gefunctioneerd, waarvan
ruim 13 jaar in de gemeente Prinsenbeek, neemt hij afscheid en gaat genieten
van de VUT-regelingGelukkig is het alleen een afscheid van uw functie want
u blijft in onze gemeente wonen gewoon als 'mijnheer Verwiel'.
Praten wij over uw tijd als burgervader van Prinsenbeek dan betekent dit
alleen al 150 raadsvergaderingen en circa 150 commissievergaderingen.
Volgens wethouder Ooraen is dit anders, maar ik ben niet zo exact als hij.
Een flink aantal. Tellen we daarbij het aantal vergaderingen waarvan wij
geen of weinig weet hebben die bij uw functie als burgemeester horen, dan is
het aantal vergaderingen waaraan u heeft deelgenomen niet meer te tellen. U
bent een drukbezet man geweest.
Op 28 juni 1979 werd u geïnstalleerd als voorzitter van de gemeenteraad van
Prinsenbeek. Op 12 juli 1979 was uw eerste raadsvergadering en hierin sprak
de heer Jansen een wens uit in drie delen: hij hoopte dat uw werk in onze
raad u voldoening zou geven a) ten aanzien van de inhoud van de raads
stukken, b) ten aanzien van hetgeen bereikt is en c) ten aanzien van het
medeleven van alle leden die geconfronteerd worden met voorstellen vanuit
het college van burgemeester en wethouders.
Uw antwoord was toen onder andere dat het u voldoening mag geven is geheel
wederkerig. Wij hopen dat u voldoening heeft gehad aan uw periode hier in
Prinsenbeek. U ging toen ook in op, wat later bleek een van uw stokpaardjes,
het monistisch systeem. Dat wil zeggen 'bereidt voor en voert uit' doceerde
u de raad. Dat bereidt voor en voert uit ook weieens langdurige zaken worden
bewijst het volgende.
In die raadsvergadering van 12 juli 1979 werd door u en door één van de toen
aanwezige raadsleden gesproken over de veel te hoge temperatuur in deze
raadszaal. Een zaak die sindsdien nog vele malen aan de orde is gekomen,