- 7 -
3. Toespraak de heer A.H.A. van den Berg namens Stadsgewest Breda.
De heer van den Berg spreekt als volgt:
"Waarde collega Verwiel, mevrouw Verwiel, dames en heren, ik beschouw het
als een groot voorrecht om hier als vice-voorzitter van het Stadsgewest
Breda op dit afscheid het woord te mogen voeren. Dit bevoorrechte gevoel
wordt zeker niet op de eerste plaats en zeker ook niet alleen veroorzaakt
door mijn functie binnen het Stadsgewest, maar veel meer nog door de
persoonlijke banden die ons bonden en binden. Wij hebben in ieder geval onze
geboorteplaats en de omgeving van onze jeugd gemeen: 'het is het heerlijk
Brabants pronkjuweel van wonderschone pracht' zoals Oisterwijk in zijn niet
geheel van chauvinisme gespeende volkslied genoemd wordt en waar uw vader
ook vele jaren lang de functie van burgemeester bekleedde.
Ook hebben we als collega's van de PTT-gemeenten, waar behalve onze beide
gemeenten ook de gemeente Terheijden toe behoort, nogal wat gemeen
schappelijk en ontmoeten we elkaar vaak in het, om het eens eenvoudig te
zeggen, tripartite overleg. Met name het overleg over politiezaken, de
laatste jaren onder uw leiding, was intensief en uitermate plezierig.
Ook binnen het Stadsgewest Breda vormen de PTT-gemeenten samen met de stad
Breda een fractie in de Gewestraad. Binnen deze fractie en binnen het gehele
Stadsgewest, waarin 21 gemeenten met elkaar samenwerken, heeft de gemeente
Prinsenbeek een vooraanstaande rol gespeeld. Zeker niet in het minst door uw
bijdrage hierin.
Van 1979 tot 1986 maakte u deel uit van de Gewestraad en van 1982 tot 1989
was u lid van de bestuurscommissie brandweer. Met name in deze bestuurs
commissie hebt u zich bijzonder ingezet want als rechtgeaarde burgemeesters
zoon behartigde u met veel inzet de specifieke portefeuilles van het
bestuursorgaan burgemeester.
Heel consequent distancieerde u zich van het politieke gewoel en belastte u
zich zeer gedegen met de u toekomende portefeuilles. Buiten de reeds genoem
de specifieke portefeuilles was het ook de portefeuille ruimtelijke ordening
die u met plezier en verve beheerde. In het stadsgewestelijke portefeuille-
houdersoverleg ruimtelijke ordening mocht ik daar regelmatig getuige van
zijn. U behartigde daar de belangen van de gemeente Prinsenbeek op eminente
wijze, maar toch ook met een open oog voor de belangen en wensen van het
hele gebied van ons gewest.
Wat in uw functioneren ook steeds bijzonder opviel was uw oog en belang
stelling voor het detail. U wilde tot in de finesses weten waarmee u bezig
was en dit uitte zich in stadsgewestelijke zaken ook zeer duidelijk bij de
brandweer. Als lid van de bestuurscommissie was u zeer betrokken bij deze
aangelegenheden en had u de gewoonte op gezette tijden bij de brandweer
commandant binnen te stappen.
Sinds 1 januari 1987 was u ook lid van de VNG-commissie coördinatie hulp
verlening bij ongevallen en rampen. De grote ongevallen op de A16 binnen uw
gemeente en vlakbij uw gemeente zullen hier niet vreemd aan zijn.
Waarde collega Verwiel, bedankt voor al uw inzet voor het Stadsgewest, vele
jaren hebt u onmisbare steun gegeven.
Tenslotte nog dit, omdat ik weet dat u stijl en perfecte omgangsvormen op
zeer hoge prijs stelt en in uw gedragingen ook cultiveert heb ik u in de u-
vorm toegesproken. Op het einde van dit toespraakje wil ik toch graag even
uit deze formele rol treden en welgemeend en uit de grond van mijn hart
zeggen: beste Leo en lieve Mieke, jullie waren fijne collega's en toegewijde
vrienden. Je vertrekt nu uit het ambt, maar Anneke en ik rekenen erop dat
onze vriendschap nog tot in lengte van jaren blijft bestaan.
Dank u wel
