dus niet akkoord met het voorstel. Mevrouw Schalk vraagt waarom nu persé het advies van de stedebouwkundige gevolgd moet worden door het college, terwijl elders in de gemeente dit niet is gebeurd. Bij interruptie antwoordt de heer Lotstra dat ter plekke de mogelijkheid aanwezig is om de adviezen van de stedebouwkundige in de praktijk uit te voeren. Mevrouw Schalk vraagt wat er gebeurd zou zijn als het stukje grond niet over was geweest om te ruilen. Een ruil gebeurt op gelijke basis, maar in dit geval is de Rabobank alleen de lachende partij want de gemeente heeft het stukje grond helemaal niet nodig. De heer de Craen zegt, dat de consequenties uit deze zaak terecht voor rekening van de gemeente zijn omdat de opdracht bij de gemeente lag. Daarom pleit hij nogmaals voor deze goede zaak voor de gemeente en de inrichting van de Markt. De heer Franken zegt, dat als men van mening is dat het een gelijkwaardige ruiling betreft, de fractie van Gemeenschapsbelang ook akkoord zou zijn gegaan, maar het is geen gelijkwaardige ruiling. Bij interruptie merkt de heer de Craen op, dat dit een gelijkwaardige ruil is qua vierkante meters. De heer Franken vindt het geen gelijkwaardige ruil, het betreft een fiks bedrag en de gemeente heeft de grond niet expliciet nodig. Bij interruptie zegt de heer Lotstra dat de grond die geruild wordt met de Rabobank ook een perceel is dat de gemeente niet nodig heeft en nooit ver kocht kan worden. Het is de uitdrukkelijke wens van de gemeente dat het gebouw naar voren komt en het is dan redelijk dat dit zijn prijs heeft. De heer Franken denkt dat iedereen in het dorp op dezelfde wijze moet worden behandeld en acht zich niet bevoegd om cadeautjes uit te delen van een dergelijke strekking. Wethouder Oomen protesteert tegen de opmerking 'cadeautjes uitdelen' van de heer Franken. Dit is hier niet aan de orde. Spreker kent geen ondernemer op de Markt die van de gemeente grond heeft aanvaard en grond heeft teruggegeven. Wethouder van Geel zegt dat de stedebouwkundige in opdracht en in dienst werkt van de gemeente omtrent de totstandkoming van bouwwerken en bestem mingsplannen. In dit geval heeft de stedebouwkundige de gemeente geadviseerd om het gebouw, vanwege het straatbeeld, naar voren te plaatsen. Dit gebeurt dus op verzoek van de gemeente en niet van de stedebouwkundige. Dit is een zaak van ruimtelijke ordening op langere termijn. De Rabobank is hiertoe bereid en gaat akkoord met het voorstel. Het ziet ernaar uit, dat de gemeenteraad niet akkoord gaat met het voorstel en het gevolg hiervan is dat de Rabobank niet kan voldoen aan het verzoek van de gemeente om naar voren te bouwen. De Rabobank lijdt hiermee geen ver lies en krijgt ook geen problemen want bestemmingsplantechnisch is er niets aan de hand. Uit hoofdelijke stemming blijkt dat de leden Verhulst, Geuze, Schreiner, Franken, Ver- kooijen-de Graauw, Reijnen-Kremersvan der Hilst, Schalk-Fabrie tegen stemmen en dat de leden van Geel, Overboora, Lotstra, Hoelen- Lamers, de Craen en Oomen vóór stemmen, zodat het voorstel van burgemeester en wethouders met 8 stemmen tegen en 6 stemmen voor wordt verworpen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 120