- 6 -
kunstenaar Niel Steenbergen in brons vervaardigde provinciewapen.
Daaronder staan in steen gehouwen, de voor mij betekenisvolle woorden:
'Brabant is maken, maken dat leven zich hechten kan, thuis raken in de
tijd.
'Maken dat leven zich hechten kan' en 'thuis raken in de tijd', het zijn
woorden die mij inspireren tot het werken in het openbaar bestuur. Het zijn
naar mijn overtuiging woorden die tijdlozer zijn dan discussies over
bestuurlijke vernieuwing die steeds weer dreigen te verzanden omdat daar het
bestuur zelf te veel centraal staat.
'Maken dat leven zich hechten kan', duidt primair op het leven van mensen.
Op hun welzijn, op hun welbevinden, dat is naar mijn overtuiging de essentie
waar het in het bestuur om moet gaan.
'Thuis raken in de tijd' duidt op aanpassing aan veranderende omstandig
heden. Het vraag om nieuwe initiatieven van mensen; hun overheden en hun
maatschappelijke verbanden. Het impliceert een moderne, eigentijdse aanpak
van bestuurlijke vraagstukken.
Het openbaar bestuur, en daarmede het gemeentebestuur in Nederland, is aan
sterke veranderingen onderhevig. Het Sociaal Cultureel Planbureau geeft
aardig inzicht hoe burgers, in de tijd, over hun bestuur denken.
In het algemeen zie je een ontwikkeling waarbij de overheid, waaronder de
gemeentepolitiek, minder in het middelpunt van de belevingswereld van mensen
staat. De politieke participatie, gemeten naar opkomst bij verkiezingen voor
de gemeenteraad, neemt vooral in de steden sterk af. Wat ik nóg zorg
wekkender vindt, is de deels daarmee samenhangende onverschilligheid en het
cynisme over het bestuur.
Wanneer we, zoals ik opmaak uit de onderzoekscijfers van het Sociaal
Cultureel Planbureau - jaren achtereen - de betekenis van het bestuur; de
politiek, te sterk blijven relativeren, verlamt dat naar mijn overtuiging de
bestuurskracht van de overheid. Cynisme en onverschilligheid leiden dan tot
knagen aan ons democratisch bestuurlijk bestel.
Ik zie gelukkig daarnaast ook voorbeelden van positieve trends; dat het
bestuur juist sterker leeft in de belevingswereld van mensen. Naast dalende
'algemene bestuursbelangstellingzie ik voorbeelden dat bij specifieke
onderwerpen burgers de weg naar hun bestuur juist heel goed weten te
vinden. Ter illustratie: werd door sommigen de provinciale bestuurslaag af
geschreven als te onbeduidend, te afstandelijk en te stoffig. Discussies
over gemeentelijke herindeling - ik kom natuurlijk nog te spreken over
Prinsenbeek daarbij - het nieuwe streekplan en over de aanduiding van een
TGV-tracé, wijzen juist op grotere betrokkenheid van burgers bij de tot
standkoming van overheidsbeleid.
Dalende 'algemene bestuursbelangstelling' en 'toenemende specifieke beleids-
belangstellinghet beeld ligt dus vrij gecompliceerd. De vraag is hoe je
hier in de komende jaren als gemeentebestuur mee omgaat. Als burgemeester in
de startblokken beschouw ik het als een uitdaging en verantwoordelijkheid om
in goede samenwerking met uw raad, het college van burgemeester en wet
houders en ons ambtenarenapparaat, het bestuur voor burgers en hun
verenigingen steeds uitnodigend te maken.
'Werken aan een uitnodigend bestuur' is voor mij de bestuurlijke missie waar
ik in Prinsenbeek graag aan wil werken.
Is dan het bestuur voor burgers onvoldoende uitnodigend is de terechte vraag
die bij u misschien opkomt. Ik ken de Prinsenbeekse situatie op dit moment
nog niet en wil daar dus niet over oordelen. Wel herken ik mij sterk in de
bestuurlijke analyses en toekomstverkenningen van de oud-Brabantse burge
meester, thans hoogleraar staatsrecht, professor Hennekens, dat het over
heidsbestuur snel ingewikkelder wordt, dat er door bestuurders steeds meer
binnen gerichte discussies worden gevoerd en dat er een te kleine groep van
de bevolking te geïsoleerd met bestuur bezig is. In algemene zin heb ik de
indruk dat het openbaar bestuur in Nederland voor burgers moeilijk volgbaar
is; dat procedures van ruimtelijke ordening tot bestuurlijke organisatie