- 7 - lang en complex zijn. Er wordt steeds meer afgedaan in commissies waardoor plenaire vergaderingen hun vitaliteit dreigen te verliezen. Ik las tot mijn genoegen in het afscheidsinterview van, nu oud-burgemeester, Verwiel de opmerking dat hij de vergaderingen van de gemeenteraad van Prin senbeek als een feest had ervaren. Klaarblijkelijk is er op dit moment in Prinsenbeek dus geen probleem. Maar ik voel me als burgemeester verant woordelijk dat we ook op langere termijn, op weg naar een 'dorp van dubbel- goud' de vitaliteit van het bestuur kunnen behouden. Dat we - zeker ook komende generaties - kunnen blijven boeien en enthousiasmeren voor het bestuur van onze gemeente. Daarvoor is het van belang dat u als raad, bij het uitoefenen van uw belangrijke taak, op een moderne, eigentijdse wijze, goed kunt functioneren. Voor de vergaderingen van de gemeenteraad acht ik heldere raadsvoorstellen, open gedachtenwisselingen, voor burgers inzichtelijke besluitvorming en een actieve informatie- en communicatie voorziening belangrijk. Om dat te realiseren, is het inhoud geven aan collegiaal bestuur en vormgeven van een constructieve samenwerkingsrelatie met het ambtelijk apparaat geboden. De raad heeft unaniem een profielschets vastgesteld voor de nieuw te benoemen burgemeester. Eufemistisch uitgedrukt, verwacht men in Prinsenbeek niet slechts een vergader-voorzitter voor de raad. Dat zou overigens ook niet sporen met mijn werklust en enthousiasme. De profielschets zoals door u opgesteld, geeft een brede invulling aan mijn toekomstige functie. Ook over de breedheid van het burgemeestersambt wordt in bestuurlijke en wetenschappelijke kringen nagedacht. De oud-Groningse burgemeester Staatsen bepleitte bij zijn afscheid een heldere keuze te maken tussen of een beleids-burgemeester zoals deze in sommige delen van de VS bestaat danwel zoals Engeland kent, een burgemeester met enkel representatieve taken waarbij Staatsen de eerste optie prefereerde. Helderheid is wenselijk maar ik zou een keuze tussen deze twee uitersten beschouwen als een verschraling van het ambt. Indien het beleid van het gemeentebestuur niet is gestoeld op hechte contacten met individuele burgers en hun verenigingen, wordt misschien wel de gemeente bestuurd maar niet de plaatselijke gemeenschap. De contacten met burgers en hun verenigingen vind ik dus essentieel en wil ik graag opbouwen. Dat het verenigingsleven in Prinsenbeek zeer actief is werd me overigens al direct duidelijk door de snelheid waarmee de BAK, de plaatselijke carnavalsvereniging, mij uitnodigde voor de Elfde van de Elfde. Hun uitnodiging werd al thuis bezorgd voordat ik de schriftelijke bevestiging van mijn burgemeestersbenoeming had ontvangen of het college van burgemeester en wethouders had kunnen ontmoeten. Zelfs midden in de vakantie, ver weg nog van carnaval, draait hier de motor van de carnavals verenigingen gestaag door. Elf november ligt dus in mijn agenda al vast. Naast de tijd en aandacht voor het plaatselijke verenigingsleven en de sociale contacten met de Beekse burgers, zie ik ook een ontwikkeling die noodzaakt dat wij vanuit ons gemeentebestuur een aantal voor onze gemeente van groot belang zijnde beleidsvraagstukken, kwalitatief stevig oppakken. Daarbij denk ik op de eerste plaats aan de zelfstandigheid van de gemeente Prinsenbeek. Wanneer ik de criteria bestudeer welke het College van Gedepu teerde Staten in onze provincie hanteert, zeker na de recente precisering, meen ik dat er goede argumenten zijn aan te dragen die zelfstandigheid van onze gemeente kunnen waarborgen. Een gezonde gemeente, met meer dan 10.000 inwoners, waarbij - en nu moet ik even planologen-taal spreken - het bebouwd gebied niet verweven is met bebouwd gebied van de centrale stad en waarbij bovendien onbebouwd gebied tussen de A16 en Breda op grond van milieu-hygiënische geluidsnormen niet voor grootschalige bebouwing in aanmerking kan komen, zal naar mijn over tuiging zelfstandig moeten kunnen blijven mits zij constructief samenwerkt met de in het centraal stedelijk gebied liggende gemeenten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 141