Een met steekhoudende argumenten onderbouwd pleidooi voor zelfstandigheid,
zoals ik dat graag met uw raad wil uitwerken, kan naar mijn overtuiging niet
geïsoleerd worden van de serieuze problemen zoals deze zich in de steden
voordoen.
Voor bovenlokale vraagstukken op het terrein van economie, ruimtelijke
ordening, mobiliteit en infrastructuur, zal op korte termijn voor het
centraal stedelijk gebied een krachtige regionale bestuursentiteit ont
wikkeld moeten worden. Ook op dat terrein denk ik dat het belangrijk is dat
wij vanuit Prinsenbeek een actieve, constructieve rol vervullen.
Wanneer ik zojuist de steeds hechtere relatie in Noord-Brabant tussen de
bestuurlijke organisaties en ruimtelijke ordening belichtte, wil ik daar nog
graag één punt aan toevoegen.
Dan spreek ik vandaag, 31 augustus, nog even als ambtenaar van het
Ministerie van Landbouw; de grond ten westen van Breda is bij uitstek
geschikt voor de tuinbouw. De tuinbouw is temidden van de vele milieu
problemen, welke de landbouw in Brabant kent, zich snel aan het ontwikkelen
tot een milieuvriendelijke tak van de landbouw. Het zou mede tegen die
achtergrond ook jammer zijn wanneer de ontwikkelingsmogelijkheden van de
tuinbouw in een ruimtelijke afweging in de verdrukking zouden komen. Mede
tegen die achtergrond bepleit ik het gebied tussen Breda en Prinsenbeek in
de komende jaren voor de tuinbouw te blijven reserveren.
Een punt van aandacht voor de komende jaren zal naar mijn overtuiging
stellig ook de verkeersonveiligheid zijn. Prinsenbeek wordt thans te sterk
geassocieerd met verkeersonveiligheid. Bij het vraagstuk van de verkeers
veiligheid voel ik me persoonlijk zeer betrokken. Gelet op het grote aantal
ongelukken op de A16 alsmede de geluidsoverlast voor omwonenden kunnen we
ons geen symptoombestrijding veroorloven; een fundamentele aanpak is
geboden.
Daarbij constateer ik dat in West-Brabant op dit moment nog een aantal
infrastructurele problemen liggen waarbij ik verwacht dat er nadere
prioriteitskeuzes gemaakt moeten gaan worden. Hoewel in het college-akkoord
van Gedeputeerde Staten is opgenomen dat zowel de aanpak van de A16 als de
aanleg van de Zoomweg Noord prioriteit heeft, kan ik me voorstellen dat de
Minister van Verkeer en Waterstaat de provincie zal vragen een volgorde in
de tijd aan te brengen. Daarbij hoop ik dat niet slechts afwegingen worden
gemaakt zodat nieuwe tracé's vandaag de dag nog kunnen worden aangelegd maar
dat ook het fundamenteel aanpakken van zeer verkeersonveilige situaties zeer
serieus wordt meegewogen.
Mijnheer de voorzitter, leden van de raad.
Het is voor mij een voorrecht om, vanaf morgen, burgemeester van de gemeente
Prinsenbeek te mogen zijn. Met dankbaarheid en enthousiasme aanvaard ik mijn
benoeming. Ik hoop dat de mensen in Prinsenbeek ook enthousiast mogen zijn
over het bestuurlijk werk dat ik samen met het college van burgemeester en
wethouders en uw raad in de komende jaren tot stand hoop te brengen.
Mijn dank gaat uit naar ons staatshoofd, Hare Majesteit de Koningin, voor
het vertrouwen dat uit de benoeming spreekt en naar degenen die hun mede
werking aan deze benoeming verleenden. Met name denk ik daarbij aan de
Minister van Binnenlandse Zaken, de Commissaris van de Koningin in de
provincie Noord-Brabant en hun adviseurs en de Vertrouwenscommissie uit uw
raad
Ook wil ik een woord van dank richten aan mijn voorganger in Prinsenbeek, de
heer Verwiel, voor zijn inzet voor de gemeente Prinsenbeek in de afgelopen
dertien jaar. De loco-burgemeester, de heer Oomen, wil ik dankzeggen voor
zijn waarneming in het burgemeestersloze tijdperk.
Zeker gaat mijn dank ook uit naar Juliette. Zij wil wanneer we, naar wij
hopen zeer spoedig, in Prinsenbeek wonen, mij in mijn werk terzijde staan op
een haar eigen en eigentijdse wijze.
Veel dank ben ik ook verschuldigd aan mijn ouders. Zij weten dat ik blij ben