dringend nodig is. De tekeningen heeft men indertijd al tweemaal in de
commissie welzijn c.a. en openbare werken c.a. gezien en men kon zich daar
in vinden. Wat betreft de inrichting als zodanig wenst de fractie van
Gemeenschapsbelang geen uitspraak te doen omdat voor de beste oplossing
een verkeersdeskundige geraadpleegd zal moeten worden. Wat betreft de
magazijnruimte gaat spreker er niet vanuit dat het gebouw afgebroken wordt
als dit niet nodig blijkt te zijn. De bestemming zal te zijner tijd bekeken
worden.
Wethouder Oomen constateert volledige ondersteuning voor dit voorstel. De
aankoop vindt plaats om het plan te ontsluiten. Voor de definitieve
inrichting van het plan wordt een deskundige ingeschakeld. In de commissie
openbare werken c.a. heeft de raad de zorg hierover kamerbreed uitgesproken
en hij heeft gezegd dat de raad zo snel mogelijk geïnformeerd zal worden.
Het zou echter onverstandig zijn om het plan te realiseren als aan de Groen
straat nog gebouwd wordt. Met de ondernemer die nog gaat bouwen is de
afspraak gemaakt dat de aanvoer via het achterterrein zal geschieden en het
lijkt hem dan ook onverstandig om daarop vooruitlopend een plan in te
richten, maar het college zal de goede volgorde en het goede tempo aanhouden
zodat men op het goede moment aan de slag kan.
Het college zal zorgvuldig nagaan of het gebouw ingepast kan worden in de
huidige lokatie en wat de bestemming betreft moet men voorzichtig zijn. Er
zijn groeperingen in Prinsenbeek die van dit pand gebruik zouden kunnen
maken, maar spreker wil hierop niet vooruitlopen.
In het taxatierapport werd inderdaad over een erfdienstbaarheid gesproken,
maar dit rapport is gemaakt op basis van aankoop en de taxateur kende de
achtergrond niet. Een verzwaring van de erfdienstbaarheid hoeft de buurman
niet te accepteren. Het is echter thans niet aan de orde omdat het pand
wordt aangekocht om afgebroken te worden. Door middel van deze aankoop wordt
dus een eigen uitweg gecreëerd en daarom is de vraag op dit moment niet
relevant
Wethouder van Geel zegt dat het college nog geen vaststaande mening heeft en
al eerder overwogen heeft om het gebouw een bestemming te geven.
De heer Geuze zegt dat in eerste termijn niet over de in- en uitrijmogelijk-
heid naar de Groenstraat gesproken is. De formulering van het voorstel wekt
sterk de indruk dat daar een in- en uitrit zou moeten komen, maar gezien de
verkeersveiligheid heeft de WD-fractie hierover ernstige twijfels. De
wethouder heeft gezegd dat het bekeken zal worden en dat het te zijner tijd
aan de orde zal komen.
Mevrouw Schalk heeft beslist niet de indruk willen vestigen dat zij zou
denken dat het college daar al een bestemming voor heeft. Zij wil alleen
ideeën en suggesties aandragen en wellicht dat het magazijn voor een ander
doel kan dienen dan om afgebroken te worden.
Wethouder Oomen antwoordt dat er nog verschillende mogelijkheden zijn, maar
het onderzoek moet nog plaatsvinden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
12. Voorstel tot verkoop van een perceel bouwgrond op het bedrijventerrein
aan Loetenburg.
De heer Lotstra complimenteert de portefeuillehouder met de transacties,
maar vindt het raar dat de grond gekocht wordt van de ene partij en verhuurd
wordt aan de andere partij. Hem bekroop dan ook weer het Bosdal-gevoelDe
grond moet worden verkocht aan degene die het gaat gebruiken. Hij meent zich
te kunnen herinneren dat er in het verleden ook problemen zijn geweest met