- 24 - verkeersonveilige situatie op de A16. Zoals bekend is door de burgemeester van Breda een initiatief genomen om gezamenlijk met de burgemeesters aan de A16 te bezien in hoeverre door samenwerking op de planontwikkeling be- spöedigd""kan worden. Mede gelet op de opstelling van afzonderlijke MER-rapportages zal de verbreding zeker ten noorden van de Lunetstraat pas gefaseerd kunnen worden aangepakt. Hierdoor ontstaat op grondgebied van onze gemeente een 'flesse- hals'; een punt van verkeers-congestie waarover het college zorg heeft uit een oogpunt van verkeersveiligheid mede gelet op het transport van gevaarlijke stoffen. De fractie van Gemeenschapsbelang doet de suggestie om voor het vracht verkeer op de A16 een inhaalverbod uit te doen vaardigen. Gelet op het feit dat er nog een aantal jaren overheen zal gaan voordat de A16 is verbreed, lijkt ons de suggestie van Gemeenschapsbelang belangwekkend om dit in het zojuist genoemde burgemeestersoverleg te bepleiten; nog deze week zal ik de burgemeester van Breda een brief schrijven teneinde gezamenlijk met de burgemeesters aan de A16 een voorstel te ontwikkelen om bij de Minister van Verkeer en Waterstaat een inhaalverbod voor vrachtverkeer op de A16 te bepleiten. De fracties van PvdA, CDA en Gemeenschapsbelang bepleiten bij de aanschaf van materieel voor de brandweer wederom gebruik te maken van de stads gewestelijke gezamenlijke aanschaffaciliteit; het college heeft juist vorige week daartoe besloten en schriftelijk onze bereidheid medegedeeld om wederom bij de gemeenschappelijke aankopen te participeren onder het voorbehoud dat het krediet voor aankoop steeds door uw raad vooraf moet kunnen worden gevoteerd. HOOFDFUNCTIE 8. RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING. Een aantal fracties merkt op belangstellend uit te zien naar het ruimtelijk uitwerkingsplan voor de stadsregio Breda. Zoals bekend heeft het provincie bestuur de gemeenten in het centraal stedelijk gebied van Breda gevraagd een regiovisie te ontwikkelen welke vervolgens voor Gedeputeerde Staten mogelijk bruikbaar zal zijn bij het opstellen van het uitwerkingsplan voor het centraal stedelijk gebied. De stadsregionale visie zou dus een bouwsteen moeten zijn voor het uitwerkingsplan van Gedeputeerde Staten waarin de toe komstige woningbouw en de lokaties voor bedrijvigheid binnen het centraal stedelijk gebied worden verdeeld. Vanmiddag heeft onder leiding van de Gedeputeerde voor ruimtelijke ordening, mevrouw Jacobs, een vergadering plaatsgevonden. Doordat de leden van de werkgroep onder uw voorzitter op persoonlijke titel aan de studie hebben meegewerkt is het niet aan mij op dit moment hierover publiekelijk nadere mededelingen te doen. Op 16 december 1992 zal een vervolg-vergadering plaatsvinden. Wel kan ik u melden dat waarschijnlijk tegen het eind van dit jaar aan de raden van de desbetreffende gemeenten de regio-visie ter behandeling zal worden aangeboden. Vervolgens zullen voor raadsleden informatiebijeenkomsten worden belegd. Nadat het document van de stadsregionale werkgroep; de regio-visie door de raden is behandeld zal het College van Gedeputeerde Staten het uitwerkings plan vaststellen. Op dat moment zijn de contouren helder voor het ruimtelijk beleid voor de komende jaren en kunnen de aanpassingen van het bestemmings plan Buitengebied en de Structuurschets 1990 pas echt effectief ter hand worden genomen. Wel heeft het college reeds in de commissie algemene zaken c.a. in september toegezegd graag bereid te zijn vooraf een oriënterende gedachtenwisseling te organiseren omtrent de actualisering van ons bestem mingsplan Buitengebied. Echter voor de vaststelling daarvan zullen de ruimtelijke kaders zoals deze onder meer door de provincie worden aan gereikt, eerst goed helder moeten zijn. De ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein, onder meer ten behoeve van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 190