13. Voorstel tot onaegrondverklaring van een beroepschrift van het bestuur van het Instituut Maatschappelijk Welzijn Breda tegen de voorlopige toe kenning van het subsidiebedrag voor het jaar 1992. Mevrouw Van Hoek zegt dat haar fractie akkoord gaat met het voorstel. Uit de stukken blijkt dat de moeilijkheden zijn ontstaan door een communicatie stoornis. Zij vraagt het college om bij dit soort zaken altijd een goede communicatie te betrachten, zodat heel veel bezwaar- en beroepschriften voorkomen kunnen worden. Wethouder Van Geel zegt dat deze instelling wist hoe de regels in Prinsen beek gehanteerd worden. Alle informatie betreffende subsidieverlening is aan deze instelling gegeven. Voor het feit dat er bij het I.M.W. misverstanden zijn ontstaan is hij niet verantwoordelijk. De gemeente heeft in dit geval haar taak naar behoren verricht. Mevrouw Van Hoek zegt dat de wethouder, als hij de stukken die ter inzage hebben gelegen betreffende de bezwaar- en beroepencommissie goed heeft gelezen, moet concluderen dat de communicatie tussen de gemeente en het I.M.W. niet zo goed is. Er zijn echter meerdere partijen in het geding. Ook de gemeente Breda speelt hierin een cruciale rol. Wethouder Van Geel meent dat de gemeente Prinsenbeek niets te verwijten valt. Het I.M.W. is gedwongen, door maatregelen van de gemeente Breda, om een ander beleid te voeren betreffende de financiën. Dit staat vast. Wanneer men achteraf bij de gemeente Prinsenbeek aanklopt, dan is de gemeente Prinsenbeek hiervoor niet verantwoordelijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 13a. Voorstel tot verkoop van de boerderij Boterbloemstraat 21 met grond en bijbehorende opstallen. De heer De Craen zegt dat, toen in september 1991 besloten werd tot aankoop van deze boerderij met opstallen, een belangrijke stap is gezet op weg naar de invulling van dit gebied in het Moleneind. De raad kreeg daarmee greep op het toekomstig gebruik daarvan. Meteen werd daardoor een verplaatsing mogelijk gemaakt van een tuinbouwbedrijf zodat het bestemmingsplan De Rijt aangepakt kon worden. Er is voortvarend door de portefeuillehouder financiën gewerkt. Er moest immers nog ha. grond met opstallen verkocht worden. Een bestemming hiervoor is voor een groot gedeelte gevonden. Door het her schikken van percelen werd het mogelijk om de wensen van een aantal particulieren, het vergroten van de tuin, in te willigen. In goed overleg met het Waterschap de Markgronden kan de waterloop verlegd worden waardoor de praktische invulling van deze tuinuitbreiding een feit zal worden. Er wordt gesproken over de herschikking van een stukje grond ter grootte van 3.174 m^. Op een andere plaats wordt gesproken over 2.624 m^. Door die her schikking zouden 4 of 5 woningen kunnen worden gerealiseerd. Mogelijk kan het college dit nog nader toelichten. Thans ligt er een voorstel om tot verkoop over te gaan van 5 ha. grond, de boerderij en de opstallen. Het zal de bestemming krijgen van paardenfokkerij. In de akte van overdracht worden toezeggingen gedaan voor een sloopvergunning van de bedrijfschuur en een bouwvergunning. Een bouwvergunning wordt gevraagd voor het bouwen van een ruimte van 50 x 25m. Dat is een totale oppervlakte van 1.250 m^ wat een forse uitbreiding is. Is het bouwblok dan wel toereikend en staat de bestem ming dit toe. Het gebruik van de 5 ha. grond is van een milieuvriendelijk agrarisch karakter. Daar is zijn fractie voorstander van. Uiteindelijk blijft er nog 2 ha. over die te zijner tijd ook een toepasselijke bestemming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 211