- 11 -
13. Voorstel tot vaststelling van het beleid inzake kinderopvang voor de
jaren 1992-1993 alsmede wijziging samenwerkingsovereenkomst.
Mevrouw Schalk gaat akkoord met de samenwerkingsovereenkomst. Anders dan in
de vorige overeenkomst participeert de gemeente Prinsenbeek volledig in de
Stichting Mark en Weerijs wat betreft de kinderopvang. Ook wat het beleid
betreft zijn er geen bezwaren, integendeel een dependance in Prinsenbeek
wordt van harte toegejuicht welke dit jaar nog gerealiseerd dient te
worden. Temeer daar de wethouder welzijn heeft aangegeven dat de dependance
door een geringe ingreep weer een ander doel kan dienen zodat er geen
onnodige investeringen plaatsvinden. De eventuele financiële gevolgen inzake
kinderopvang zullen tot en met 1993 te overzien zijn, daar de rijksbijdragen
waarschijnlijk niet overschreden zullen worden. Men moet echter wel op tijd
de kinderopvang evalueren en zich bezinnen over het toekomstige beleid.
Mevrouw Overboom zegt dat de gemeente Prinsenbeek sinds enige tijd ook
actief betrokken is bij de kinderopvang. Kinderopvang is een zeker niet weg
te denken fenomeen in de samenleving. Hiervoor is een aantal redenen aan te
dragen vanuit emancipatorisch oogpunt gezien. Er is zeker ook een
economische noodzaak aanwezig want vrouwen zijn nodig en moeten zeker in de
gelegenheid worden gesteld om te werken. Bovendien zegt de overheid 'een
slimme meid is op haar toekomst voorbereid' ofwel moet zelfstandig zijn. De
overheid eist dit van vrouwen en moet daarom zeker iets terug doen. Kortom
vrouwen moeten in de gelegenheid gesteld worden om zelfstandig te kunnen
zijn.
De voorzieningen om kinderopvang te realiseren zijn nog zeker onder de maat
en de capaciteit moet opgekrikt worden. De overheid heeft hierin een grote
taak.
De CDA-fractie gaat dan ook zeer zeker akkoord met de verlenging van de
samenwerking met de Stichting Mark en Weerijs.
Uit de gegevens valt te lezen dat de gemeente Prinsenbeek tot op heden
weinig heeft kunnen profiteren van de dagopvang zoals die in Prinsenbeek
plaatsvindt. Dit is een van de redenen om op korte termijn te komen tot een
dependance in Prinsenbeek en zeker gezien de subsidie die nu wordt verkregen
moet hier niet te lang mee gewacht worden. Daarom dringt spreekster er bij
het college op aan om op korte termijn tot een initiatief terzake te komen.
Wat de CDA-fractie betreft is de definitieve lokatie-keuze nog niet bepaald
want daar moet nog een discussie over in de raad plaatsvinden. Het CDA heeft
tijdens de algemene politieke beschouwingen een alternatieve plaats aan
gewezen.
Tot slot blijkt uit de stukken dat de gastouderopvang in Prinsenbeek aardig
begint te lopen via de Stichting Mark en Weerijs. De CDA-fractie vindt dat
een positieve ontwikkeling omdat destijds is aangedrongen op gastouderopvang
door haar fractie zowel vanuit financieel oogpunt als de mogelijkheid tot
alternatieve kinderopvang. Zij hoopt dat deze vorm van opvang ook in de toe
komst die aandacht zal blijven krijgen die het op dit moment heeft.
De heer Franken gaat er vanuit dat, wanneer hij met dagblad De Stem in
gesprek is, niet eerst aan het CDA moet vragen wat hij moet zeggen.
Hij heeft verwoord wat in de commissievergadering als zodanig door de porte
feuillehouder is gezegd en dat in het college aan de orde is geweest. Daar
van mag hij overigens wel zeggen, dat dit door de fractie van Gemeenschaps
belang gedragen wordt.
Hij kan zich nog als de dag van gisteren herinneren dat in eerste instantie
in zee gegaan zou worden met de gemeente Zevenbergen omdat alleen deze
gemeente de mogelijkheid zou bieden voor een dependance voor kinderopvang in
Prinsenbeek. Toen uiteindelijk bleek dat dit niet mogelijk was heeft de
gemeenteraad la minute op de rem getrapt. En daarom is men in zee gegaan
met de gemeente Etten-Leur. Het gevolg daarvan is, dat er nu eindelijk toch
het beleid komt dat destijds is uitgestippeld.